1.2 Jagers worden boer

1.2 Jagers worden boer
Nakijken 1.1 en vragen stellen
Lesdoelen
1.2 Video klokhuis + uitleg
Opdracht: Wil je liever jager of boer zijn?
Opdrachten maken
Opdracht bespreken
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 Jagers worden boer
Nakijken 1.1 en vragen stellen
Lesdoelen
1.2 Video klokhuis + uitleg
Opdracht: Wil je liever jager of boer zijn?
Opdrachten maken
Opdracht bespreken

Slide 1 - Diapositive

Na deze les kun jij:
  • Uitleggen hoe de landbouw ontstond
  • Uitleggen wat de landbouwrevolutie is
  • je kunt uitleggen hoe de landbouw zich verspreidde naar en in Nederland
  • Je kun aan de hand van de verschillen tussen jager en boer zijn noemen op welke manier je liever wilde leven. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Type de begrippen of moeilijke woorden die je niet kent

Slide 4 - Question ouverte

Vruchtbare Halvemaan
  • Gebied waar de eerste landbouw ontstaat (9000 v. Chr.)

  • Midden-Oosten: Egypte, Israël, Palestina, Jordanië, Libanon, Syrië, Irak, Iran en Turkije
  • ontstaan van steden en het schrift

Slide 5 - Diapositive

Landbouwrevolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 6 - Diapositive

Gevolgen van de landbouwrevolutie
  • Mensen stoppen te leven als nomaden

  • Er ontstaan steden: landbouwsamenleving

  • Mensen krijgen meer bezittingen

  • Er ontstaat meer ongelijkheid: de één heeft meer bezittingen dan een ander.

Slide 7 - Diapositive

Stad in het Midden-Oosten, omstreeks 9000 v. Chr.

Slide 8 - Diapositive

Boeren in Europa
  • Pas laat: het was niet nodig, er was voldoende voedsel te vinden.

  • Eerste boeren in Nederland: Zuid-Limburg rond 5300 v. Chr.

  • Tóch landbouw in Europa: mensen verhuizen uit gebieden waar gebrek aan landbouwgrond is en komen hier terecht

Slide 9 - Diapositive

Boeren in Nederland
  • Zuid-Limburg: bandkeramiekers (tot 4400 v. Chr)

  • Noord-Nederland: trechterbekercultuur (rond 3500 v. Chr.)

  • Vanaf 3000 v. Chr. zijn er in Nederland geen jager-verzamelaars meer

Slide 10 - Diapositive






Bandkeramiek

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Dood en begraven
  • Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden

  • Zowel begraven als cremeren: urnenvelden

  • Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in leven na de dood

Slide 13 - Diapositive

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 14 - Quiz

Vraag
Wat is een verschil tussen het leven als jager en het leven als boer?
Stencil: verschillen invullen.
Klaar? Geef antwoord met een redenen waarom je voor het leven van een jager of boer gekozen hebt
Lees eerst 1.2 van je lesboek. Gebruik ook 1.1 voor het invullen van het schema
Schema klaar? Maken van 1.2: vraag 1 t/m 6 en 9

Slide 15 - Diapositive

Opdrachten
Lezen 1.2 in je lesboek
Maken in je werkboek 1 t/m 6 en 9.
Oordopjes mag via de ipad.
Een vraag? Vraag eerst degene die naast je zit. Dan pas de docent. 

Slide 16 - Diapositive

Jagers
  •  

Boeren

Slide 17 - Diapositive

Jagers
  •  doden het dier
  • elke  dag op jacht
  • Jacht->niet altijd goed
  • Jacht->mislukt soms
  • --> honger
  • veel verhuizen (nomaden bestaan)

Boeren
  • dieren worden tam gemaakt
  • dieren fokken
  • elke dag eten
  • niet meer verhuizen
  • ontstaan dorpen
  • groei bevolking

Slide 18 - Diapositive

Landbouwrevolutie
Jagers  worden boeren
  • langzame overgang
  • 10.000 voor Christus in het Midden-Oosten
  • enorme verandering in de manier van leven

Slide 19 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Question ouverte