3tl oefenen h1

Organismen uit vier Rijken
Formatieve toets 1.1 - 1.5
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Organismen uit vier Rijken
Formatieve toets 1.1 - 1.5

Slide 1 - Diapositive

Er zijn twee typen planten.
Dit type plant krijgt stevigheid via houtcellen
A
Houtachtige planten
B
Kruidachtige planten

Slide 2 - Quiz

Wat wordt aangegeven met
nummer 16

Slide 3 - Question ouverte

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is de functie van de vacuole? Sleep het juiste antwoord naar het vinkje
Stroperige vloeistof waarin alle celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Geeft stevigheid

Slide 5 - Question de remorquage


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 6 - Quiz

Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel

Slide 7 - Quiz

Spieren zijn een voorbeeld van ....
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Celorganel
D
Weefsel

Slide 8 - Quiz

Welke onderdelen zitten er in een schimmelcel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
schimmelcel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 9 - Question de remorquage

Welke onderdelen zitten er in een Bacteriecel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
bacteriecel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 10 - Question de remorquage

Schimmels planten zich voort via...

Slide 11 - Question ouverte

Bacteriën worden bestreden met ....

Slide 12 - Question ouverte


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 13 - Quiz

Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel

Slide 14 - Quiz

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Schimmelcel

Slide 15 - Quiz

Verbranding vind plaats in?
A
Dieren & planten
B
Schimmels & bacteriën
C
Alle organismen
D
Planten & schimmels

Slide 16 - Quiz

Reducenten maken mineralen. Waar zijn deze voor nodig?
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten

Slide 17 - Quiz

Een wasbeer is een ...
A
Producent
B
Reducent
C
Consument

Slide 18 - Quiz

E. coli is een bacterie. Dit is een ...
A
Producent
B
Reducent
C
Consument

Slide 19 - Quiz

Een vos eet een mus en de mus eet de vlierbes. Maak een voedselketen

Slide 20 - Question ouverte