5 vwo - week 40 les 2 grammaire B

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Telefoon in je zakkie!

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Overzicht Periode 1

• Thema: Schrijven & Spreken
• Benodigde lesmaterialen: Grandes Lignes, woordenboeken, examenidioom, aantekeningenschrift OF map

Week 1

Week 2

Week 3

Week 4

Week 5

Week 6

Week 7

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

      Leerdoelen

1. Ik kan de werkwoorden commencer, jeter, acheter en partager vervoegen en gebruiken in de présent, passé composé, imparfait, futur simple en conditionnel.
2. Ik kan voorstellen doen om verspilling tegen te gaan op school (e-mail schrijven van 140 woorden).

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Vocabulaire B

l’équipement m

le salarié

les conditions vmv

or

un défi

alors que 

avoir le droit de 

la règle 

ni … ni 

avoir accès à 

en ce qui concerne 

l’association v 

l’animatrice v 

accueillir 

l’adhérent m 

se nourrir 

cultiver 

s’occuper de

partager 

le savoir 

pas grand-chose 

la cotisation 

la terre

responsable

l’âme v

en fait

sinon 

abîmé 

ça fait du bien 

la sécurité 

l’usine v 

assurer 

proposer 

porter atteinte 

nuisible 

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Les devoirs

Exercice 20, 21, 22, 23 page 22-23

Les devoirs

Les devoirs

Grammaire B

Au travail

Faire

La conjugaison (fiche de travail)

Grammaire B ex. 24 page 24-25

Après

Apprendre vocabulaire B page 42

Présentation: mon héros/héroïne

Au travail

Faire

Grammaire B ex. 24 page 24-25

Écrire B ex. 27, 28 page 28-29 (op je laptop in Word - inleveren via Som!)

Après

Apprendre vocabulaire B page 42

Présentation: mon héros/héroïne

Exemple écrire B

Madame,

 

Je me permets de vous présenter mes idées anti-gaspillage pour notre école.

J'ai choisi d'axer mes idées sur la cantine, parce que c'est là qu'on obtiendra les plus grands résultats!

À mon avis, il faudrait miser sur (richten op) la sensibilisation et l'action pour lutter contre le gaspillage.

D'abord, la sensibilisation: en informant les élèves du coût et de l'impact écologique du gaspillage. On pourrait faire des autocollants qui font réfléchir les élèves et installer une exposition avec des chiffres et des images.

Quant à la pratique: Comme vous savez, on jette beaucoup de nourriture... D'après moi, il n'est pas nécessaire de jeter des produits un jour après la date limite de consommation. Il existe de belles recettes pour utiliser les restes. Finalement, on pourrait mettre en place un système pour offrir les restes aux gens qui en ont besoin: des SDF par exemple.

Je voudrais bien vous parler plus amplement de mes idées pendant un entretien.

Bien à vous,

Julien

160 mots

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Parler A

Exercice 12a, 12b, 12c

12b

Écoute et répète

Parler A

Individueel:

• Schrijf jouw antwoorden op de vragen uit in je aantekeningen (noteer de vraag er ook altijd bij).

In tweetallen:

• Voer het gesprek uit. Verwissel daarna van rol. Voer het gesprek tot slot uit zonder aantekeningen.

Choisis ton rôle:

1. une personne très écolo OU
2. un(e) gaspilleur

Exemple

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Afsluiting

Volgende keer:

• Apprendre vocabulaire A (F-N, N-F)
• Finir écrire A
• Qui est ton héros? Prépare un texte d'environ 100 mots.
• Meenemen: Boek Grandes Lignes + aantekeningenschrift (map/schrift!)

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les?

Exit ticket

[exemple]

Peter R. de Vries est mon héros parce qu'il a toujours lutté pour la justice et les droits des victimes. Il s'appelait Peter Rudolf de Vries et il est né le 14 novembre 1956 à Aalsmeer, aux Pays-Bas. Il est malheureusement décédé le 15 juillet 2021, après avoir été attaqué par balle le 6 juillet 2021 à Amsterdam.

Peter R. de Vries était un journaliste d'investigation très connu. Il a travaillé sur de nombreuses affaires criminelles difficiles et a présenté une émission télévisée où il aidait à résoudre des crimes et à dénoncer des injustices.

Je l'admire parce qu'il n'avait pas peur de dire la vérité, même quand c'était dangereux. Son courage et son engagement pour aider les autres font de lui un exemple pour moi. C'est pour cela qu'il est mon héros.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.