7 Politieke besluitvorming

Politieke besluitvorming
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Politieke besluitvorming

Slide 1 - Diapositive

H9 Politieke besluitvorming
  • Hoe verloopt het proces van poltieke besluitvorming?
  • Hoe beïnvloeden pressiegroepen en de media de besluitvorming?
  • Hoe kunnen burgers de besluitvorming beïnvloeden? 

Slide 2 - Diapositive

Het besluitsvormingsproces
Vier fasen hoe een wet tot stand komt:

  1. Wens wordt politiek probleem > komt op de politieke agenda. 
  2. Bedenken van een oplossingen > wetsvoorstel/ plan maken 
  3. Besluit nemen > wet door volksvertegenwoordiging goed laten keuren 
  4. Uitvoeren van het besluit > checken of iedereen zich aan de wet houdt

Als fase 4 klaar is begint het weer opnieuw --> terugkoppeling. 

Slide 3 - Diapositive

Bedenk een voorbeeld van een maatschappelijk probleem?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Fase 1: Wens wordt politiek probleem
Mobiliseren van de publieke opinie: 
Het is zaak dat je zoveel mogelijk mensen op de hoogte brengt van jouw wens of probleem > gelukt? > onderwerp komt op de politieke agenda

Slide 8 - Diapositive

Hoe zou je aandacht kunnen vragen voor het probleem (denk aan de machtsmiddelen)?

Slide 9 - Question ouverte

Fase 2: Bedenken van oplossingen voor het probleem
Politici bepalen welke problemen prioriteit krijgen

Moet een probleem opgelost worden?
>fase beleidsvoorbereiding begint
>ambtenaren en bestuurders (wethouders/gedeputeerden/ ministers/ kamerleden) bedenken wetsvoorstellen en maatregelen

AMBTENAREN spelen een grote rol bij de beleidsvoorbereiding. Zij zijn vaak experts, hebben specialistische kennis, bereiden wetten voor.  

Slide 10 - Diapositive

Wie beslist uiteindelijk hoe het probleem opgelost moet worden?

Slide 11 - Question ouverte

Fase 3 – beslissen over probleem
Eerst nemen bestuurders een voorlopig besluit. Vervolgens kijken
de volksvertegenwoordigers (parlement, provinciale staten, gemeenteraad) naar het besluit (en kan het recht van initiatief- en amendement worden gebruikt)

Pressie- en belangengroepen proberen  nog
invloed uit te oefenen. Zodra de volksvertegenwoordiging een besluit heeft genomen is deze fase  afgelopen.

Het besluit is bijna altijd een compromis: alle partijen geven wat toe. 
Er is een meerderheid nodig om een wet aan te nemen 
 

Slide 12 - Diapositive

Wie moet het besluit uitvoeren?

Slide 13 - Question ouverte

Fase 4 – besluit uitvoeren
Ambtenaren die voor de minister/gedeputeerde/wethouder werken zorgen voor de uitvoering van de wet of maatregel.  Iedereen moet geïnformeerd worden. 

Het tot stand komen van overheidsbeleid is nu niet definitief afgelopen. 

Terugkoppeling 
Er zijn altijd reacties uit de samenleving (pressie- OF belangengroepen, burgers etc.), dit noem je terugkoppeling. Dit kán leiden tot  nieuwe besluitvorming

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Pressiegroepen
Pressiegroepen > groep die bepaalde belangen nastreven en hiermee de besluitvorming willen beïnvloeden.  Ook wel belangengroep genoemd:  Greenpeace, LAKS, Bont voor Dieren, Amnesty International, vakbonden

Hoe kunnen zij druk uitoefenen?
  • publieke opinie beïnvloeden
  • lobby-en = steun vragen voor standpunten aan politici/ Er is vaak direct contact met bestuurders. 
  • Demonstreren of staken   
PRESSIEGROEPEN ZETTEN MACHTSMIDDELEN IN OM DRUK UIT TE OEFENEN



Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Machtsmiddelen
Bruikbare machtsmiddelen zijn: 
  1. Kennis/ deskundigheid
  2. Grootte van de groep
  3. Geld > voor posters/ reclames
  4. Formele mogelijkheden (klacht indienen of naar de rechter)
  5. Toegang tot media > beroemd zn.
  6. Toegang tot politici 
  7. Een aansprekende leider
  8. functie/beroep (bv zitting hebben in een advies of bestuursorgaan)
Macht= de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
Let op: 
Bij de Analyse Maatschappelijke Vraagstukken 
kan je de machtsmiddelen die men kan 
inzetten herkennen en benoemen. 

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn de functies van media?

  • Agendafunctie > journalisten schrijven over problemen en zo komt het op de politieke agenda
  • Informatieve functie > Media informeert over politieke gebeurtenissen en besluiten. Denk aan het journaal en bijvoorbeeld Nu.nl 
  • Meningsvormende functie > Kranten, nieuwsites ed. informeren over beleid en geven commentaar. Zo kunnen lezers hun mening vormen. 
  • Controlerende functie > Media in rol van 'waakhond van de democratie'  Controle op beleid, nevenfuncties, verdiensten etc. 
  • Spreekbuisfunctie > Pressiegroepen of andere belanghebbenden kunnen via de media hun mening geven. Bv. interview of ingezonden brieven/mail  
Let op: Bij de Analys Maatschappelijk Vraagstuk kan je de verschillende functies van de media herkennen en benoemen. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Invloed van burgers op politiek
Pressiegroepen, ambtenaren,  politieke partijen en media kunnen dus invloed uitoefenen op poltiieke besluiten. Hoe kan de burger de besluitvorming beïnvloeden? 
  • Door te stemmen of door lid te worden van een politieke partij
  • Door contact op te nemen met een politicus
  • Door gebruik te maken van je spreekrecht 
  • Men kon een verzoek voor een referendum indienen (afgeschaft in 2018)
  • Lid worden van-  of een pressiegroep oprichten
  • Demonsteren, handtekeningen verzamelen, de media inschakelen 
  • Een klacht of bezwaarschrift indienen
  • De Nationale Ombudsman inschakelen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

H10. Toekomst van de Nederlandse politiek
knelpunten 
Het politieke besluitvormingsproces verloopt niet altijd even makkelijk.
Dit komt onder andere door het volgende:
  1.  De Europese Unie heeft veel invloed op de politieke besluitvorming in Nederland.
  2.  Afstand (kloof) tussen kiezers en politici, dit blijkt bijvoorbeeld uit:  geen interesse bij de burgers in de politiek; mensen begrijpen de politiek niet goed; burgers vinden dat  politici niet goed luisteren naar de wensen van de burgers of vinden dat politici hun werk niet goed  doen, politici weten niet wat er speelt onder de burgers
  3.  geringe invloed van burgers op de politieke besluitvorming; zij hebben b.v. geen rechtstreekse invloed op het kabinetsbeleid

Slide 23 - Diapositive

Hoe verklein je de kloof? 
Enkele ideeën om de kloof tussen de kiezers en politici te verkleinen zijn:
 
Gekozen minister-president, gekozen burgemeester
Referenda houden: kiezers kunnen rechtstreeks meebeslissen
• Opnieuw instellen van de stemplicht

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Voordelen van het referendum
Voordelen: 
• Kiezers hebben direct invloed op het politieke proces
• Verkleining van de kloof tussen kiezers en politici
• Burgers kunnen meer belangstelling krijgen voor politiek
• Groeperingen of burgers kunnen zo stemmen krijgen
• Er kan zo meer draagvlak zijn voor een politiek besluit
• Burgers moeten ‘ja’ of ‘nee’ kiezen, zij hebben geen andere keuze

Slide 26 - Diapositive

Nadelen van het referendum
 Nadelen:
• De positie van de volksvertegenwoordiging wordt aangetast:
 zij hebben minder te zeggen omdat het volk nu beslissing kan nemen.
• De politieke besluitvorming wordt vertraagd:
 het organiseren van een referendum kost veel tijd
• Politieke kwesties zijn te ingewikkeld voor veel burgers
• De media kan invloed hebben op de mening van de burgers
• Het leidt tot versnippering van de politiek: iedereen bemoeit zich er mee
• Kiezers stemmen voor of tegen iets uit principe: ze betrekken andere zaken er bij
.• Burgers moeten ‘ja’ of ‘nee’ kiezen, zij hebben geen andere keuze

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien