Module 3 §2.3 deel 3 Opgave monopolie en monopoliegrafieken

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

ECONOMIE

Opdracht: 

Bepaal de maximale winst van de monopolist

1. Herschrijf de vraagfunctie naar een "p-functie"

2. Bepaal de functie van de Marginale Kosten (MK)
3. Bepaal de functie van de Totale Opbrengsten (TO)
4. Bepaal de functie van de Marginale Opbrengsten (MO)
5. Bepaal de hoeveelheid waarbij er maximale winst wordt behaald

6 Bepaal de prijs die wordt bepaald voor deze aangeboden hoeveelheid

7. Bepaal de Totale Kosten (TK) van de aangeboden hoeveelheid
8. Bepaald de Totale Opbrengsten (TO) van de aangeboden hoeveelheid (TO = omzet)

9. Bepaal de winst van de monopolist

10. Bepaal de Gemiddelde Totale Kosten (GTK) en de Marginale kosten (MK) bij deze aangeboden hoeveelheid

11. Teken in een grafiek de P-lijn, de MO-lijn, de MK-lijn en de GTK-lijn (Tip: Qv-lijn is dezelfde lijn als de P-lijn)

12. Arceer het consumentensurplus bij de ontstane hoeveelheid
13. Arceer het producentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

14. Bepaal het consumentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

15. Bepaal het producentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

Antwoord vraag 1, 2 en 3

Antwoord vraag 4, 5 en 6

Opdracht: 

Bepaal de maximale winst van de monopolist

1. Herschrijf de vraagfunctie naar een "p-functie"

2. Bepaal de functie van de Marginale Kosten (MK)
3. Bepaal de functie van de Totale Opbrengsten (TO)
4. Bepaal de functie van de Marginale Opbrengsten (MO)
5. Bepaal de hoeveelheid waarbij er maximale winst wordt behaald

6 Bepaal de prijs die wordt bepaald voor deze aangeboden hoeveelheid

7. Bepaal de Totale Kosten (TK) van de aangeboden hoeveelheid
8. Bepaald de Totale Opbrengsten (TO) van de aangeboden hoeveelheid (TO = omzet)

9. Bepaal de winst van de monopolist

10. Bepaal de Gemiddelde Totale Kosten (GTK) en de Marginale kosten (MK) bij deze aangeboden hoeveelheid

11. Teken in een grafiek de P-lijn, de MO-lijn, de MK-lijn en de GTK-lijn (Tip: Qv-lijn is dezelfde lijn als de P-lijn)

12. Arceer het consumentensurplus bij de ontstane hoeveelheid
13. Arceer het producentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

14. Bepaal het consumentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

15. Bepaal het producentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

Antwoord vraag 7, 8 en 9

Opdracht: 

Bepaal de maximale winst van de monopolist

1. Herschrijf de vraagfunctie naar een "p-functie"

2. Bepaal de functie van de Marginale Kosten (MK)
3. Bepaal de functie van de Totale Opbrengsten (TO)
4. Bepaal de functie van de Marginale Opbrengsten (MO)
5. Bepaal de hoeveelheid waarbij er maximale winst wordt behaald

6 Bepaal de prijs die wordt bepaald voor deze aangeboden hoeveelheid

7. Bepaal de Totale Kosten (TK) van de aangeboden hoeveelheid
8. Bepaald de Totale Opbrengsten (TO) van de aangeboden hoeveelheid (TO = omzet)

9. Bepaal de winst van de monopolist

10. Bepaal de Gemiddelde Totale Kosten (GTK) en de Marginale kosten (MK) bij deze aangeboden hoeveelheid

11. Teken in een grafiek de P-lijn, de MO-lijn, de MK-lijn en de GTK-lijn (Tip: Qv-lijn is dezelfde lijn als de P-lijn)

12. Arceer het consumentensurplus bij de ontstane hoeveelheid
13. Arceer het producentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

14. Bepaal het consumentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

15. Bepaal het producentensurplus bij de ontstane hoeveelheid

Antwoord vraag 10, 11 en 12

Opdracht:

Bepaal de maximale winst van de monopolist

10. Bepaal de Gemiddelde Totale Kosten (GTK) en de Marginale kosten (MK) bij deze aangeboden hoeveelheid

GTK = TK / q
Totale kosten bij de aangeboden hoeveelheid van 105 stuks waren €30.612
Kostprijs = GTK = 30.612 / 105 stuks = €291,54

MK = 4q + 80 = 4 x 105 + 80 = €500

11: 

Teken de P-lijn, de MO-lijn, de MK-lijn en de GTK-lijn.

In welk vlak zie je de
totale opbrengst?

1. A-B-G-H-A
2. A-B-J-I-A
3. A-B-L-M-A
4. G-L-M-H-G

In welk vlak zie je de
totale kosten?

1. A-B-G-H-A
2. A-B-J-I-A
3. A-B-L-M-A
4. G-L-M-H-G

In welk vlak zie je de
totale winst?

1. A-B-G-H-A
2. A-B-J-I-A
3. A-B-L-M-A
4. G-L-M-H-G

In welk vlak zie je het
consumentensurplus?

1. N-M-L-N
2. N-I-K-N
3. N-H-F-N

Opdracht:

Bepaal de maximale winst van de monopolist

14. Bepaal het consumentensurplus (CS) bij de ontstane hoeveelheid

CS = (710 - 605) x 105 x 0,5 = € 5.512,50

In welk vlak zie je het PRODUCENTENSURPLUS?

Opdracht:

Bepaal de maximale winst van de monopolist

15. Bepaal het producentensurplus (PS) bij de ontstane hoeveelheid

(605 - 500) x 105 = € 11.025,-

(500 - 0) x 105 x 0,5 = €26.250

PS = 11.025 + 26.250 = € 37.375