Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4h ak leefomgeving rivieren
Leefomgeving rivieren
tussentest
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Leefomgeving rivieren
tussentest
Slide 1 - Diapositive
Rivierproblemen heb je op 5 schaalniveaus
mondiaal
= wereldwijd,
bijv. klimaatverandering
continentaal
= continent,
bijv. Europese regenval
nationaal
= landelijk,
bijv. rivierbeleid ruimte voor rivier
regionaal
= streek / gebied,
bijv. aanwijzen noodoverloopgebied
lokaal
= plaatselijk,
bijv. welk dijkvak moet sterker worden?
Slide 2 - Diapositive
Al het water in sloten, kanalen, rivieren en meren noem je ... ?
A
Zichtwater
B
Oppervlaktewater
C
Brak water
D
Grondwater
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Question ouverte
Waar of niet waar? Het gebied tussen de zomer- en winterdijk worden uiterwaarden genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Waar is een geschikte plaats voor een nevengeul?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het "debiet" van een rivier?
A
HOEVEELHEID WATER PER JAAR
B
STROOMSNELHEID WATER OP EEN BEPAALD PUNT GEMETEN
C
HOEVEELHEID WATER PER SECONDE BIJ BEPAALD PUNT
D
OVERZICHT VAN WATERHOEVEELHEID PER MAAND
Slide 7 - Quiz
Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast
Slide 8 - Quiz
Hoe zorgen de begroeiing ( antwoord 1) en de temperatuur (antwoord 2) voor minder water in de Rijn als het zomer is?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Question ouverte
Een gemengde rivier is een rivier die ... ?
A
Zijn water krijgt van regen- en smeltwater
B
Die zowel zoet als brak water heeft
C
Door twee of meer landen stroomt
D
Zijn water krijgt van grijs- en zwart water
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Question ouverte
Het deel net naast de rivier bestaat uit zand, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen
Slide 13 - Quiz
Bijna elke vraag kun je beantwoorden op diverse schaalniveaus.
Welk schaalniveau heeft betrekking op het stroomgebied van een rivier?
Slide 14 - Question ouverte
Wat betekent de "waterbalans"
A
De hoeveelheid water die is er in een gebied
B
De hoeveelheid water die verdampt
C
Het verschil tussen de neerslag en de verdamping
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 15 - Quiz
Een regenrivier vervoert het meeste water in de....................................
A
zomer
B
winter
Slide 16 - Quiz
De stroomsnelheid beïnvloedt hoeveel erosie en sedimentatie er plaatsvindt.
Waar staat de juiste letter uit de bron bij de grootste sedimentatie
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 17 - Quiz
De stroomsnelheid beïnvloedt hoeveel erosie en sedimentatie er plaatsvindt.
Waar staat de juiste letter uit de bron bij de grootste erosie?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 18 - Quiz
Het dal op de afbeelding is ontstaan door ...
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie
Slide 19 - Quiz
In de bovenloop zijn de hoogteverschillen groot, vandaar een hoge stroomsnelheid en erosie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Waar stroomt het water het snelst?
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop
Slide 21 - Quiz
Bij een westerstorm wordt het water vanuit zee ver de Nieuwe Waterweg opgestuwd.
Welke term hoort hierbij?
A
Adaptatie
B
Fluviaal
C
Verzilting
D
Hoofdwatersysteem
Slide 22 - Quiz
Bij de aanleg van natuurlijke oevers werken de rijksoverheid en het waterschap Zuiderzeeland nauw samen.
Welke term hoort hierbij?
A
Adaptatie
B
Fluviaal schaalniveau
C
Integraal waterbeleid
D
Ruimte voor de rivier
Slide 23 - Quiz
Langs de Waal zijn de kribben verlaagd en de uiterwaarden vergraven.
Welke term hoort hierbij?
A
Ruimtelijke Adaptatie
B
Fluviaal schaalniveau
C
Integraal waterbeleid
D
Ruimte voor de rivier
Slide 24 - Quiz
Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Uiterwaard
Zomerdijk
Winterdijk
Vaargeul
Slide 25 - Question de remorquage
Door de verstedelijking van Nederland zijn er steeds meer straten en daken. Neerslag komt direct in het riool.
Wat is het verband tussen deze verstening en de vertragingstijd?
Het water van een regenbui heeft steeds minder tijd nodig om in de rivier terecht te komen.
Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking….hoe korter de.....
…hoe korter de
Slide 26 - Question ouverte
https:
Slide 27 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
4h ak leefomgeving rivieren
Mars 2019
- Leçon avec
29 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Water in Nederland
Novembre 2017
- Leçon avec
16 diapositives
par
Aardrijkskunde!
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3,4
Aardrijkskunde!
Water in Nederland
Février 2019
- Leçon avec
16 diapositives
par
www.lessonup.io
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3,4
Examentraining
Water in Nederland
Février 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3,4
1.2 De invloed van de mens
Mai 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4.2 De invloed van de mens
Juin 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3.4 Nederland: Rivieren
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
1.2 Rivieren: de invloed van de mens
Mai 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4