Lesson 3. 04/09

What are we going to do today? 

- Home work check. 

- Grammar E1. + ex 13&14. 

- H: reading + ex 20 to 22. 

Time left? 

Study vocab words A/B/C/D

Wat weet je van de verleden tijd
maken in het Engels?

Past Simple van regelm. ww.

Verleden tijd maken bij regelmatige werkwoorden: 

Je maakt de past simple (PS) door -ed achter het HELE werkwoord te zetten. Bij sommige woorden veranderd dan de spelling. 

Ik kijk - Ik keek. 

I watch - I watched 

Past Simple

Je gebruikt de PS om te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en nu afgelopen is. Vaak staat er een tijdsbepaling in de zin zoals; yesterday, last week, two years ago, 1805 etc. 

Voorbeeld: 

Last week my sister played the piano for the first time. 

Vragen maken

Als er geen was/were in de zin staat maak je vragen met:

did + hele werkwoord. 

Voorbeeld: 

gewone zin: Briana cleaned her room yesterday. 

vraag zin: Did Briana clean her room yesterday? 

De -ed van cleaned gaat dan weg doordat er did voorkomt te staan.

Ontkenningen maken

Als er geen was/were in de zin staan maak je ontkenningen met:

didn't + hele werkwoord. 

Voorbeeld:

gewone zin: Briana cleaned her room yesterday. 

ontkenning: Briana didn't clean her room yesterday. 

De -ed van cleaned gaat weg doordat didn't in de zin komt te staan. 

didn't is een verkorting van: did not.  In een ontkennende zin staat ALTIJD het woordje: not. 

LET OP! 

Bij sommige werkwoorden veranderd de spelling net als bij de tegenwoordige tijd. 

Study wordt: Studied --> I studied/She studied/We studied 

(Blijft dus het zelfde! Geen SHIT regel) 

Stop wordt: Stopped --> De medeklinker wordt verdubbeld: He stopped/I stopped/we stopped 

Maak de verleden tijd (past simple) van: I walk

Zet in de verleden tijd:
I play the guitar for 5 years.

1. I playing the guitar for 5 years.
2. I played the guitar for 5 years.
3. I plays the guitar for 5 years

Maak deze zin vragen:
I look at you.

1. I looked at you?
2. Looks I at you?
3. Did I look at you?

Maak ontkennend:
We visited Sri Lanka in February

1. We not has visited Sri Lanka in February
2. We didn't visit Sri Lanka in February.
3. We visiteded Sri Lanka in February.

Do. 

- Grammar ex 13&14. 

- H: reading + ex 20 to 22. 

Time left? 

Study vocab words A/B/C/D