Mens en zorg blok 6
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat hebben jullie vorige les gedaan?
Slide 2 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Digitale systemen in de zorg
Slide 4 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Domotica
Robotica
Zorgtechnologie
Robotarm (operaties uitvoeren)
Paro, snoezelrobot voor mensen met dementie
stofzuigerrobot
implanteerbare hartritmemonitor onder de huid, registreert 24 uur per dag het hartritme.
gordijnen openen via een app op je mobiel
verlichting en verwarming regelen via een app
beweging sensoren in de slaapkamer
Slide 6 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn goede voorbeelden van zorgtechnologie?
Kies de juiste antwoorden.
Kies de juiste antwoorden.
goede voorbeelden
zorgtechnologie
In de wachtkamer van de huisartsenpraktijk kunnen de patiënten gebruikmaken van wifi.
Een medewerker gebruikt een speciale muis om polsklachten te voorkomen.
Patiënten kunnen herhalingsrecepten via de website van de huisartsenpraktijk aanvragen.
Een bejaarde vrouw woont thuis en heeft een alarmknop om te waarschuwen als ze hulp nodig heeft.
De huisartsenpraktijk heeft een alarmsysteem om inbraken te voorkomen.
Een diabetes patient gebruikt zelfmeetapparatuur om zijn bloedsuiker te meten.
Slide 7 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het verschil tussen een kneuzing, verstuiking en botbreuk?
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Botbreuk
Ontwrichting
Verstuiking
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
bij verstuiking/kneuzing
A
is bewegen altijd pijnlijk
B
is er altijd een blauwe plek
C
is er altijd zwelling
D
is er altijd gevoetbald
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Kneuzing
A
Ontstaat door een stomp of val
B
Dan heb je iets gebroken
C
Dan heb je een wond
D
Doet geen pijn
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat moet je doen bij een kneuzing?
A
Gewoon doorgaan met je bezigheden
B
Koelen
C
een röntgenfoto laten maken
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat doe je NIET bij een kneuzing?
A
drukverband
B
been omhoog houden
C
in het gips
D
koelen
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Vraag 18. Wat is het verschil tussen een open en gesloten botbreuk?
A. Bij een open botbreuk is er altijd een wond(je)
B. Bij een open botbreuk steekt het bot door de huid naar buiten
C. Een open botbreuk komt alleen voor bij de ledematen
D. en gesloten botbreuk dient altijd in het ziekenhuis behandeld te worden
Slide 14 - Question de remorquage
Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus.
Als iemand een botbreuk heeft, wat mag je dan niet doen?
A
Het gebroken lichaamsdeel rust geven
B
Het gebroken lichaamsdeel steun geven
C
Het gebroken lichaamsdeel recht leggen
D
Het gebroken lichaamsdeel met rust laten
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom krijgen ouderen sneller een botbreuk?
A
Hun botten zijn minder flexibel omdat hun botten meer uit beenweefsel bestaan
B
Hun botten zijn te flexibel omdat hun botten meer uit kraakbeenweefsel bestaan
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
