H3.3 Hoe is het geregeld 2bk

H3.3 Hoe is het geregeld 2bk
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 44 min

Éléments de cette leçon

H3.3 Hoe is het geregeld 2bk

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom lessonup
Waarom?
1. Misschien is dit wel beter en fijner.
2. Zo weet ik dat iedereen mee doet.
3. Kan gelijk je werk zien en kijken of het begrepen is.

Meldingen
Ik vraag aan het eind van de les feedback van jullie hoe je het vond.
Ik maak dit alleen voor jullie en het kost aardig wat tijd.


Regels
Je MOET op de vragen antwoord geven.
Dit moet op je laptop > als ik je iets anders zie doen, overschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Wat is een werkgever en werknemer?
2. Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?
3. Wat is een proeftijd?

Slide 3 - Question ouverte

1. baas + iemand die werkt voor loon
2. arbeidsvoorwaarden loon, tijd functie
1. Wat is een: werkgever en werknemer?
Werkgever = de baas met mensen in dienst.
Werknemer = werkt voor een baas en ontvangt loon.

2. Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?
Wat voor werk je doet en je arbeidsvoorwaarden.
Je loon, hoeveel uur je werkt, vakantiedagen.

3. Wat is een proeftijd?
Periode waarin de werkgever en werknemer hun arbeidsovereenomst mogen opzeggen.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken voor alle werknemers
In veel bedrijven hebben werknemers en werkgevers samen afspraken gemaakt.

Gelijksoortige bedrijven noem je een bedrijfstak. de horeca, de bouw, de gezondheidszorg en de detailhandel zijn voorbeelden van een bedrijfstak.








Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


In het cao (collectieve arbeidsovereenkomst) staan de gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden in een bedrijfstak.
Voorbeelden gezamenlijke afspraken:
  • Afspraken over werktijden
  • Pensioen
  • Loon
  • vakantiedagen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Welke bedrijfstak zie je op de foto?
2. Noem 2 andere bedrijfstakken.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over de CAO is juist?
A
Alleen de werkgevers bepalen de inhoud van een cao
B
Een werknemer hoeft zich niet aan de cao te houden
C
In een cao staan de afspraken over arbeidsvoorwaarden
D
In een cao staat welke bedrijfstakken er zijn in Nederland

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • In je arbeidsovereenkomst staat hoeveel je brutoloon is. De werkgever moet een deel van het brutoloon betalen aan de overheid (Sociale premies en loonbelasting).
  • Na deze inhoudingen van je brutoloon blijft je nettoloon over. Dat is het loon dat je ontvangt op je bankrekening.


Berekening
Nettoloon = brutoloon - inhoudingen

Voorbeeld Je brutoloon is €2.000. De loonbelasting is €180 en de sociale premies €96. Wat is je nettoloon?

Brutoloon: €2.000
Loonbelasting: €180 + sociale premies €96 = €276
Nettoloon: €1.724

En als je nu het brutoloon of inhoudingen moet berekenen?


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken nettoloon
1. Brutoloon €2.250 Inhoudingen €575 Nettoloon ?
Bereken inhoudingen
2. Brutoloon €3.450 Nettoloon €2.674 Inhoudingen ?
Bereken brutoloon
3. Inhoudingen €623 Nettoloon €1.644 Brutoloon ?
Berekening
Nettoloon = brutoloon - inhoudingen

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je minstens verdienen?
  • Als je gaat werken heb je recht op het wettelijk minimumloon. Dat is het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen.

  • Als je tussen de 15 en 21 bent, geldt het minimumjeugdloon. Bij elke leeftijd is dat een percentage van het minimumloon.


 

Hoeveel % verdient iemand van 16 jaar?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de begrippen in: Minimumloon en minimumjeugdloon.
Het minimumjeugdloon geldt vanaf ...... jaar en het minimumloon geldt vanaf ..... jaar.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Jasper is 17 jaar en gaat in een supermarkt werken. Hij verdient daar het minimumloon. Hoeveel verdient Jasper per week als hij 40 uur zou werken?
2. Jasper gaat 12 uur per week werken. Hoeveel verdient Jasper dan per week?
1. Jasper is 17 jaar en gaat in een supermarkt werken. Hij verdient daar het minimumloon. Hoeveel verdient Jasper per week als hij 40 uur zou werken?

2. Jasper gaat 12 uur per week werken. Hoeveel verdient Jasper dan per week?


1. €141,43
2. €141,43 : 40 x 12 = €42,43

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • In de Arbowet (arbeidsomstandighedenwet) staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
Het is natuurlijk belangrijk dat je goed en veilig kunt werken.
  • Dan heb je ook de Arbeidstijdenwet.
Regels over werktijden, rusttijden, pauzes en nachtdiensten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beschermende maatregelen zijn er genomen op de foto?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou er in de Arbowet kunnen staan over eisen op een school? Kruis de eisen aan waaraan de school moet voldoen volgens de Arbowet.
A
De uitgangen op school moeten duidelijk zichtbaar zijn.
B
Er moet voldoende ventilatie in een klaslokaal zijn.
C
Er moet voor de leerkrachten voldoende pauze zijn.
D
Leerkrachten moeten voor de frisse lucht buiten surveilleren.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoeveel weken heb je in één jaar?
2. Hoeveel maanden heb je in één jaar?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kader: Uurloon bereken
Je brutoloon weet je per maand, maar wat is dan je uurloon?

Brutoloon = 1.000 (per maand) uren gewerkt = 36.
In 1 jaar: 12 maanden en 52 weken.

Stap 1: 1.000 x 12 = jaarloon dus €12.000
Stap 2: van jaarloon naar weekloon dus €12.000 / 52 = €230,77
Stap 3: van weekloon naar uurloon dus €230,77 / 36 = €6,41

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je brutoloon weet je per maand, maar wat is dan je uurloon?
Brutoloon = 1.200 (per maand) uren gewerkt = 36.
In 1 jaar: 12 maanden en 52 weken.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je de les zo?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions