22 maart, herhaling les 61, 54, 55

Welkom klas mavo 1C
Pak erbij: je schrift, een pen en je leesboek De laatsten.
Leg alvast klaar, maar nog dicht: Kern.
timer
4:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas mavo 1C
Pak erbij: je schrift, een pen en je leesboek De laatsten.
Leg alvast klaar, maar nog dicht: Kern.
timer
4:00

Slide 1 - Diapositive

Vandaag woensdag 22 maart
Aan de slag met de boekopdracht in stappen
Aan de slag met les 60

Slide 2 - Diapositive

Vraag: Wat zijn 'goede' zinnen?

Slide 3 - Diapositive

Vraag: Wat zijn 'goede' zinnen?
1. Begin met een hoofdletter en eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken.
2.  Elke zin bevat minstens één werkwoord. 
3. Elke zin heeft 7-10 woorden (meer of minder is niet per se fout, maar het moet wel duidelijk zijn). 
4. Er staat geen chattaal in. 
5. Er worden geen onnodig moeilijke woorden of woorden uit een andere taal gebruikt.

Slide 4 - Diapositive

Tekst: interview
Stel jezelf de vraag: 
Wie ga je interviewen en waarom? 

Neem 5 minuten om deze vraag te beantwoorden. 
Schrijf het antwoord in je schrift. 

Tip: denk zelf na, doe dus niet exact hetzelfde wat je buurman/-vrouw ook doet. Origineel zijn, is juist leuk!
timer
5:00
Werk alleen

Slide 5 - Diapositive

Interview: wat vraag je?
Stel jezelf de vraag: 
Kan ik al een antwoord bedenken én is dat relevant? 
Let op: de vragen moeten ook gaan over het boek.

Bedenk nu drie vragen en bedenk ook mogelijke antwoorden bij die vragen. 

Neem 5-10 min om deze vraag te beantwoorden.
Schrijf het antwoord in je schrift.

timer
5:00
Werk alleen

Slide 6 - Diapositive

Goede interviewvragen?
Ruil je schrift met je buurman/-vrouw. 

Vind je de antwoorden passen bij de vraag? 
Kun je de vraag verbeteren? 
Kun je nog iets verbeteren aan het antwoord?
Heb je ook gekeken naar 'goede' zinnen? 

Weet jouw buurman/-vrouw nu wat hij/zij moet verbeteren en hoe?
Werk samen

Slide 7 - Diapositive

Welkom terug mavo 1C!
Pak erbij: 
Je laptop en log in op LessonUp.
Leg op tafel. maar nog dicht: Kern, schrift, pen. 
timer
4:00

Slide 8 - Diapositive

vandaag woensdag 22 maart
Herhalen van les 61, 54 en 55: 
aanwijzend voornaamwoord en bijvoeglijk naamwoorden

Slide 9 - Diapositive

Naar welke woorden verwijzen de aanwijzend voornaamwoorden 'die' en 'deze'?
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Naar welke woorden verwijzen de aanwijzend voornaamwoorden 'dit' en 'dat'?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Geef het aanwijzend voornaamwoord en de woorden (of woord waar het bij hoort):
"Dit dertig jaar oude dak is door die storm zwaar beschadigd."
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

Geef het aanwijzend voornaamwoord en de woorden (of woord waar het bij hoort):
"Het is verbazingwekkend, maar de scheidsrechter bestraft zulke overtredingen niet."
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Geef het aanwijzend voornaamwoord en de woorden (of woord waar het bij hoort):
"Door de aardbeving heeft dat vrijstaande huis ook scheuren opgelopen."
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Geef het aanwijzend voornaamwoord en de woorden (of woord waar het bij hoort):
"In Nederland is zo'n vogel nog nooit eerder gespot."
timer
1:00

Slide 15 - Question ouverte

Was dit moeilijk? 
Kijk dan nog eens terug naar les 61.

Slide 16 - Diapositive

Geef de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord 'mooi'.
timer
0:30

Slide 17 - Question ouverte

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in:
"Ik zoek ... (graag) informatie op Google scholar dan op Google."
timer
0:30

Slide 18 - Question ouverte

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in:
"Elke dag de ... (heerlijk) recepten met de ... (vers) producten."
timer
0:30

Slide 19 - Question ouverte

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in:
"Mijn fiets is al wat ... (oud) maar die van mijn broertje is het ... (verroesten)."
timer
0:30

Slide 20 - Question ouverte

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in:
"Hoe ... (vaak) je een woord achter elkaar uitspreekt, des te ... (raar) het gaat klinken."
timer
0:30

Slide 21 - Question ouverte

Beschrijf je buurman/-vrouw met minstens 6 bijvoeglijk naamwoorden.
timer
2:30

Slide 22 - Question ouverte

Moeilijk? 
Kijk dan nog eens naar les 54 en les 55. 

Slide 23 - Diapositive

Maak de oefentoets van les 61 

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk
Maak de oefentoets van les 54 en 55. 
En de oefentoets van les 61 (als je die nog niet af had in de les) 
Open de boekopdracht op de ELO en download de opdracht.

Slide 25 - Diapositive