Herhaling 4.1 en 4.2

Welke productiefactoren zie je?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welke productiefactoren zie je?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kan de toegevoegde waarde berekenen in de bedrijfskolom
  • Je weet wat de productiefactoren zijn
  • Je kan een winst of verlies berekenen
  • Je kan de kostprijs per product berekenen

Slide 2 - Diapositive

Bedrijfskolom
Wat is de bedrijfskolom?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Denken-Delen-Uitwisselen
Wat? Maken opdracht op het bord
Hoe? Eerst individueel daarna in overleg
Hulp? Nog niet, na 1 minuut overleggen met buurman
Klaar: Steek je vinger op
Tijd? 4 minuten
Resultaat: Je weet hoe je de toegevoegde waarde berekend

Slide 5 - Diapositive

timer
1:00
A

B
C

D

Slide 6 - Diapositive

timer
3:00
A

B
C

D

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Productiesectoren
Productiesectoren: 
- Agrarische sector
- Industriële sector
- Dienstensector 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Productiekosten
  • = alle kosten die je maakt bij het produceren.

Slide 11 - Diapositive

4

Slide 12 - Vidéo

00:05
Wat is winst?

Slide 13 - Question ouverte

00:31
Hoe hoog zijn de kosten?

Slide 14 - Question ouverte

00:53
Is je winst nu €10,-?

Slide 15 - Question ouverte

01:05
Hoeveel is de winst?

Slide 16 - Question ouverte

Stel je wil je eigen snackbar beginnen (met alleen patat en kroketten)
  • Stap 1: Schrijf alle soorten kosten onder elkaar neer (gebruik de productiefactoren)

  • Stap 2: Draai je blad om en schrijf hier op hoeveel porties patat en hoeveel kroketten je denkt te gaan verkopen in een maand (je afzet)

  • Stap 3: Schrijf achter het aantal verkochten producten de prijs waarvoor je het verkoopt. Als het lukt mag je nu ook je omzet berekenen.
  • Volgende les gaan we hiermee verder.

Slide 17 - Diapositive

Kostprijs per product

Totale loonkosten € 3.000
Totale grondstofkosten € 12.000
Overige productiekosten € 6.000
Aantal producten 42.000

timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Herhalingsopdrachten blz. 120: opdracht 4, 6, 7, 8, 10, 11
Hoe? Individueel
Hulp? Terug lezen paragraaf 4.1 en 4.2
Klaar: Verder met herhalingsopdracht 4.3
Tijd? 
Resultaat: Je hebt de lesdoelen behaald

Slide 19 - Diapositive