Periode 5 - Les 3 Omgangskunde

les 3 feedback geven
Vorige keer hadden we het over voorbeeld gedrag. 
Wat weten jullie nog van die les? 

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

les 3 feedback geven
Vorige keer hadden we het over voorbeeld gedrag. 
Wat weten jullie nog van die les? 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen:
1. Je weet waarom feedback geven belangrijk is
2. Je kent de tips om goede feedback te kunnen geven
3. Je weet wat er met gedrag bedoeld wordt
4. Je weet of jij gemakkelijk feedback krijgt en ontvangt. 

Slide 2 - Diapositive

Feedback is:
A
Kritiek van een ander op jou
B
Informatie van een ander over jouw gedrag
C
Negatieve informatie over jouw gedrag

Slide 3 - Quiz

Welke zin gaat over gedrag?
A
Je bent wat slordig omgegaan met het materiaal.
B
Je ziet er erg moe uit.
C
Je hebt heel goed gewerkt vandaag.
D
Je ziet er boos uit.

Slide 4 - Quiz

geef een goede omschrijving van 'gedrag'

Slide 5 - Question ouverte

Wat moet je doen als iemand jouw feedback geeft? noem minimaal 4 tips.

Slide 6 - Question ouverte

Wat moet je niet doen als je feedback ontvangt? noem 3 punten.

Slide 7 - Question ouverte

Stapsgewijs feedback geven
  1. Neem iemand even apart zeg dat je iets wilt bespreken
  2. Benoem het gedrag wat je hebt waargenomen
  3. Gebruik zo vaak mogelijk 'ik'
  4. Zeg wat de gevolgen van het gedrag van de ander voor jou zijn
  5. Benoem ook jouw emotie daarbij
  6. Zeg wat je wil (een ander gedrag, hetzelfde gedrag)

Slide 8 - Diapositive

Waarom is feedback zinvol?

Slide 9 - Question ouverte

Opdracht: Een casus
In de les komt een student steeds te laat. Jij hebt daar last van, want je vindt het onderwerp dat de docent behandelt moeilijk. Het is nu al de derde keer dat jouw medestudent de les verstoord. Het stoort jou want je hebt moeite met dit onderwerp en wil graag goed snappen wat de docent uitlegt.
Je gaat jouw medestudent aanspreken op zijn gedrag.

Slide 10 - Diapositive

Benoem het gedrag dat de medestudent laat zien waar je wat van wil gaan zeggen

Slide 11 - Question ouverte

Wat voor gevolg gevolg heeft dat voor jou?

Slide 12 - Question ouverte

Welk gevoel roept het gedrag van jouw medestudent bij jou op?

Slide 13 - Question ouverte

Wat wil je graag dat de medestudent anders gaat doen in het vervolg?

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf nu op hoe je de student goede feedback kan geven. Wat zou je zeggen tegen de student?

Slide 15 - Question ouverte

Een medestudent geeft jou feedback omdat je altijd te laat komt in de les van mevrouw/meneer X. Je moet 's ochtends je moeder ondersteunen bij wassen en aankleden want die is ziek. Hierdoor mis je vaak de bus en kom je te laat in de les. Hoe reageer je op de feedback uit de vorige opdracht?
A
Je legt uit waardoor het komt dat je steeds te laat bent.
B
Je biedt je excuus aan en legt uit hoe het komt dat je te laat bent
C
Je zegt dat je er niets aan kan doen omdat je je moeder moet helpen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Wat herkende je van jezelf in dit filmpje?

Slide 18 - Question ouverte

Ik vind het lastig om feedback te geven.
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage

Benoem jij vaak wat het gedrag van een ander met je doet, wanneer je feedback geeft?
Ja
Nee

Slide 20 - Sondage

Denk je dat feedback geven op de onjuiste manier invloed heeft op de sfeer in een team?
Ja
Nee

Slide 21 - Sondage

Ik vind het lastig om feedback te ontvangen.
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage

Van wie ontvang jij het makkelijkste feedback?

Slide 23 - Question ouverte

Van wie ontvang jij het minst graag feedback en waarom?

Slide 24 - Question ouverte

Afronding van de les
Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 25 - Diapositive

Wat is het nut van feedback geven?

Slide 26 - Question ouverte

hoe geeft je op juiste wijze feedback. Noem de tips

Slide 27 - Question ouverte

Afronding van de les
Lesdoel gehaald?
1. Je weet waarom feedback geven belangrijk is
2. Je kent de tips om goede feedback te kunnen geven
3. Je weet wat er met gedrag bedoeld wordt

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive