T6 B3 HV

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

B3 samenleven

• Zitten volgens de plattegrond
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 198 t/m 200

Kennen/Kunnen

• Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is
• Je kunt uitlegen hoe soorten afhankelijke zijn van elkaar voor voedsel, schuilplaats en voortplanting

Huiswerkrad

Sluit je vast aan bij de les

Beloning

Straf

Huiswerk was: 1 t/m 10 blz. 192-197

In de koolstof-kringloop komt koolstof in verschillende vormen voor. In welke vorm wordt het door planten opgenomen?

1. O2
2. CO2
3. Glucose
4. H2O

Wat gebeurt er met water als het als regen uit de wolken valt?

1. Verdampt
2. Sublimeert
3. Condenseert
4. Rijpt

In de waterkringloop komt water ook terecht in het lichaam van planten. Komt het dan weer terug in de kringloop en hoe?

In de waterkringloop komt water ook terecht in het lichaam van dieren. Komt het dan weer terug in de kringloop en hoe?

De piramide in de afbeelding is een piramide van ...

1. Aantallen
2. Biomassa

Waarom wordt niet alle biomassa doorgegeven aan een volgende 'verdieping' van de piramide?

Stel je maakt een piramide van het regenwoud, welk organisme verwacht je dan bovenaan de piramide?

Door welke (a)biotische factoren kan een populatie groter worden?

Door welke (a)biotische factoren kan een populatie kleiner worden?

Populatiegrootte

• De grootte van een populatie verandert: sterfte, geboorte
• Bij optimale omstandigheden zijn de factoren het meest gunstig voor groei
• Vaak onstaat een biologisch evenwicht

gunstige factoren	ongunstige factoren
Veel voedsel	Veel predatoren
Nestgelegenheid	Weinig water
Goede weersomstandigheden	Ziekte
Geen predatoren	Natuurrampen

Relaties tussen soortgenoten

• Concurrentie
• Samenwerking
• Rangorde
• Territorium 

Relaties tussen soorten

Symbiose = samenlevingsvorm tussen twee verschillende soorten

• Mutualisme > beide hebben voordeel
• Commensalisme > een heeft voordeel, de ander geen voor of nadeel
• parasitisme > een heeft voordeel, de ander nadeel

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 198 t/m 200
  
• Maken Opdr. 1 t/m 10  blz. 201-204

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met:

• Lezen blz. 198 t/m 200
  
• Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 201-204

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Alle tafels recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval
• Tafels leeg