2024 week 6 les 1 en 2

  • la grammaire aller
  • la grammaire de ontkenning
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het werkwoord aller en de ontkenning goed gebruiken
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  • la grammaire aller
  • la grammaire de ontkenning
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het werkwoord aller en de ontkenning goed gebruiken

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Het werkwoord aller
Wat weet je nog
Schrijf het rijtje op voor jezelf

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Makkelijk? doe het eerst zonder je boek, kijk daarna na
Moeilijk? Pak je boek erbij op blz. 134

Slide 5 - Diapositive

toekomst (gaat nog gebeuren)
ik ga praten


wij gaan eten

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

toekomst (futur proche)
ik ga spelen: je vais jouer
hij gaat eten: il va manger
wij gaan praten: nous allons parler

GOEDE VORM VAN ALLER + EEN HEEL WERKWOORD

Slide 8 - Diapositive

Qu'est-ce que tu _________ (gaat doen)?
A
va fairons
B
vas faire
C
vas fairons

Slide 9 - Quiz

Nous ____________ (gaan spelen) de la guitare.
A
allez jouer
B
allez jouez
C
allons jouons
D
allons jouer

Slide 10 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
allez - les devoirs - faire - Vous

Slide 11 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde:
ne - ils - parlent - au prof - pas

Slide 12 - Question ouverte

Zet in de juiste volgorde:
- va - Elle - à Paris - faire du shopping

Slide 13 - Question ouverte

Herhaling:La négation
Waar bestaat een ontkenning uit? 
Hoe wordt een ontkenning gemaakt? 
Welke vormen kennen we?

Slide 14 - Diapositive

Les lunettes

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne of n' voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 17 - Diapositive

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 
Il habite à Delft - Il n'habite pas à Delft


Slide 18 - Diapositive

Au travail
Maken grammaire extra blz 142 en 143

Moeilijk? 1 en 2 sterren
Makkelijk? 1, 2 en 3 sterren.

Slide 19 - Diapositive

  • Luistertoets
  • répéter
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik de ontkenning goed gebruiken

Slide 20 - Diapositive

Luistertoets

Geef de antwoorden in het NL
Vul altijd een antwoord in

Slide 21 - Diapositive

Zelfstandig werken
Exercice 24
Exercice 26
Exercice 27

Klaar? Haal een extra opdracht.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Exercice 26

1 la salle à manger
2 la salle de bains
3 une vue
4 un balcon
5 rez-de chaussée
6 décrit
7 plein de
8 calme


Slide 24 - Diapositive

Exercice 27
1 Ma maison est très grande.
2 Combien de pièces ? Je ne sais pas.
3 Je prends l’ascenseur.
4 En plus, j’ai un grand balcon.
5 Les magasins sont tout près.
6 Il n’y a pas de voitures dans la rue.


Slide 25 - Diapositive

Les devoirs
Afmaken exercices 24, 26 en 27

Leren apprendre 3 en 5 blz 134

Slide 26 - Diapositive