230914 spelling §4 + lezen §2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom H2a!

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (15 min)
• Huiswerk bespreken spelling §4 (5 min)
• Spelling §4 > weglatingsstreepje (20 min)
• Lezen §1 herhalen en afronden (5 min)
• Lezen §2 uitleg (25 min)
• Afsluiting (5 min)

Opdracht 2 (blz. 254)

Opdracht 2

a diploma-uitreiking

b hockeyelftal

c koffieautomaat

d massaontslag

e mee-eter

f milieu-inspectie

g rijervaring

h tosti-ijzer

Opdracht 3 (blz. 255)

Opdracht 3

a @-teken

b antiroker

c ex-aanvoerder

d Frans-Duits

e intakegesprek

f niet-Nederlander

g sint-bernardshond

h vwo-diploma

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (15 min)
• Huiswerk bespreken spelling §4 (5 min)
• Spelling §4 > koppelteken en weglatingsstreepje (20 min)
• Lezen §1 herhalen (5 min)
• Lezen §2 uitleg (25 min)
• Afsluiting (5 min)

Leerdoel spelling §4

Ik kan weglatingsstreepjes op de juiste manier gebruiken.

Spelling §4: weglatingsstreepje

Kan dit korter?

Invoer en uitvoer

kerstbomen en kerstballen

• Let op! Bij twee losse woorden kan ik geen weglatingsstreepje gebruiken.
  Lekker eten en vies eten

Opdracht

Opdracht

Maak opdracht 4 t/m 6 van spelling §4 (blz. 254). Je maakt de opdrachten in je schrift. .

Hoe: Alleen

Wat: Pen, werkboek, schrift

Klaar: Pak een woordzoeker

Wat gaan we doen?

• Stil lezen (15 min)
• Huiswerk bespreken spelling §4 (5 min)
• Spelling §4 > koppelteken en weglatingsstreepje (20 min)
• Lezen §1 herhalen (5 min)
• Lezen §2 uitleg (25 min)
• Afsluiting (5 min)

Lezen §1 herhalen

Ik kan een woordraadstrategie gebruiken om een moeilijk woord in een tekst te gebruiken.

Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst bepalen.

Leerdoelen lezen §2

Ik weet wat signaalwoorden zijn.

Ik weet wat het begrip 'tekstverband' betekent.

Ik kan een chronologisch, concluderend, opsommend,  tegenstellend en toelichtend verband herkennen in een tekst.

Lezen §2

Eerst ging ik naar school, daarna naar de voetbal.

Mijn beste vriend is erg grappig, ook is hij erg vriendelijk.

Ik wil het wel doen, maar eerst maak ik mijn huiswerk.

Ik heb veel verschillende merkschoenen, zoals Nike en Adidas.

Lezen H4

Eerst ging ik naar school, daarna naar de voetbal.

Mijn beste vriend is erg grappig, ook is hij erg vriendelijk.

Ik wil het wel doen, maar eerst maak ik mijn huiswerk.

Ik heb veel verschillende merkschoenen, zoals Nike en Adidas.

Tekstverbanden - signaalwoorden

Chronologisch verband	vroeger - nu - later, eerst - daarna, vervolgens, binnenkort, jaartallen (in 1999 - in 2020).
Concluderend verband	al met al, dus, concluderend, daarom, dat houdt in
Opsommend verband	ten eerste - ten tweede, bovendien, ook, opsommingstekens (punten, streepjes)
Tegenstellend verband	daarentegen, maar, tegenover, ondanks dat
Toelichtend verband	bijvoorbeeld, zoals, neem nou, denk aan, zo

Samen oefenen

Opdracht

We maken opdracht 1 van lezen §2 (blz. 10) samen.

Leerdoelen lezen §2

Ik weet wat signaalwoorden zijn.

Ik weet wat het begrip 'tekstverband' betekent.

Ik kan een chronologisch, concluderend, opsommend,  tegenstellend en toelichtend verband herkennen in een tekst.

Volgende les:

• Spelling §5
• Verder met lezen §2

Huiswerk:

Spelling §4 > opdracht 4 t/m 6 (schrift)