241010 Lezen §2 + toets bespreken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom V2b!

Deze spullen heb ik nodig:

• leesboek
• werkboek
  
• schrift
• iPad
• etui

Wat gaan we doen?

• Vrij lezen  (15 min)
  
• Meer dan lezen §2: signaalwoorden (30 min)
  
• Toets spelling bespreken (20 min)
• Lesafsluiting (5 min)
  

Lezen §2

Eerst ging ik naar school, daarna naar de voetbal.

Mijn beste vriend is erg grappig, ook is hij erg vriendelijk.

Ik wil het wel doen, maar eerst maak ik mijn huiswerk.

Ik heb veel verschillende merkschoenen, zoals Nike en Adidas.

Leerdoelen lezen §2

Ik weet wat signaalwoorden zijn.

Ik weet wat het begrip 'tekstverband' betekent.

Ik kan een chronologisch, concluderend, opsommend, samenvattend, tegenstellend en toelichtend verband herkennen in een tekst.

Lezen §2

Eerst ging ik naar school, daarna naar de voetbal.

Mijn beste vriend is erg grappig, ook is hij erg vriendelijk.

Ik wil het wel doen, maar eerst maak ik mijn huiswerk.

Ik heb veel verschillende merkschoenen, zoals Nike en Adidas.

Tekstverbanden - signaalwoorden

Chronologisch verband	vroeger - nu - later, eerst - daarna, vervolgens, binnenkort, jaartallen (in 1999 - in 2020).
Concluderend verband	al met al, dus, concluderend, daarom, dat houdt in
Opsommend verband	ten eerste - ten tweede, bovendien, ook, opsommingstekens (punten, streepjes)
Samenvattend verband	al met al, kortom, met andere woorden
Tegenstellend verband	daarentegen, maar, tegenover, ondanks dat
Toelichtend verband	bijvoorbeeld, zoals, neem nou, denk aan, zo

Ik vind vioolmuziek erg rustgevend, mijn moeder daarentegen vindt het op kattengejank lijken.

1. chronologisch verband
2. concluderend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Eerst moet ik even werken in de supermarkt, daarna heb ik met vrienden afgesproken.

1. chronologisch verband
2. concluderend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Er zijn verschillende manieren om te ontspannen als je stress hebt. Zo kun je gaan wandelen, een boek lezen of een spelletje spelen. Het is vooral belangrijk om iets te doen wat jij leuk vindt.

1. chronologisch verband
2. concluderend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Oefenen signaalwoorden

We bekijken samen tekst 1 (havo) en maken de eerste vragen samen.

Maak nu opdracht 1 t/m vraag 8

We kijken de opdracht straks gelijk na.

Hoe: Je werkt in tweetallen

Wat: Werkboek, pen

Klaar: Maak de opdracht vast verder af

Wat gaan we doen?

• Vrij lezen  (15 min)
  
• Meer dan lezen §2: signaalwoorden (30 min)
  
• Toets spelling bespreken (20 min)
• Lesafsluiting (5 min)
  

Toets bespreken

1. Je krijgt je toets + cijfer
2. Ik wil opdracht 2, 4 en 6 bespreken
3. Tel je punten na / neem de toets nog eens door
4. Geen vragen? Lees het nieuws op www.nu.nl
   Wel vragen? Ik loop langs. Je hoeft geen vinger op te steken. 

Opdracht 2

De  spelers  die  niet  hadden  getraind,  moesten  plaatsnemen op  de  bank.

Schiet  op  Team  Holland!

Opdracht 6

B) dure spullen en goedkope spullen

C) hoger onderwijs en universitair onderwijs

Toets bespreken

1. Je krijgt je toets + cijfer
2. Ik wil opdracht 2, 4 en 6 bespreken
3. Tel je punten na / neem de toets nog eens door
4. Geen vragen? Lees het nieuws op www.nu.nl
   Wel vragen? Ik loop langs. Je hoeft geen vinger op te steken. 

Lesafsluiting

• Wat is een signaalwoord?
• Wat is een tekstverband?
• Kun je een voorbeeld geven?
  
  

• Volgende les:
  Verder met Meer dan Lezen §2 > tekstverbanden
  
  
  

Volgende les:

• 
  
  

Huiswerk:

-