De heksenjacht

De Middeleeuwen
Geloof en bijgeloof
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Middeleeuwen
Geloof en bijgeloof

Slide 1 - Diapositive

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Inhoud les
  • Planning komende twee weken
  • Instructie project heksenjacht
  • Achtergrond informatie heksenvervolgingen in de Middeleeuwen

Slide 3 - Diapositive

Planning 
We gaan in week 14 en week 15 in de lessen aan de slag met een nieuw project (thema heksenvervolgingen in de middeleeuwen.

We gaan aan de slag met de vaardigheid tijd- en standplaatsgebondenheid.
Dit houdt in dat we bezig gaan met inleving in iemand uit een andere tijd.

Slide 4 - Diapositive

Planning
Je krijgt deze les theoretische uitleg over de heksenvervolgingen in de middeleeuwen.

Daarnaast gaan we in de lessen aan de slag met een klassikaal thema spel en gaan jullie een dagboekfragment schrijven.
7 april: vmbo-tl klassikale opdracht en havo tl dagboekfragment thuis
14 april: havo tl klassikale opdracht en vmbo tl dagboekfragment thuis

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Planning
Op 13 en 20 april evalueren we samen hoe het project verliep met een vragenlijst.

Het volledige dagboekfragment en de vragenlijst lever je uiterlijk 23 april in voor een SO cijfer

Slide 7 - Diapositive

Wat weet jij over heksenvervolgingen?

Slide 8 - Carte mentale


De hulp van God


  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.

  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
  • Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...

Slide 9 - Diapositive


Bijgeloof



  • Er gebeurden veel dingen om hen heen die men niet begreep: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
  • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen.
  • Als er iets ergs gebeurd proberen mensen vaak een schuldige aan te wijzen. Voordat er echt veel heksenvervolgingen plaatsvonden, werden er soms al mensen beschuldigd van hekserij

Slide 10 - Diapositive


Hoger, beter, mooier


  • In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
  • Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
  • Om hun God te eren bouwden ze hoge kerken.
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
  • Het geld voor de bouw kwam van de gilden, of van de handel in aflaten.
  • Met een aflaat kon je je zonden afkopen om tóch in de hemel te komen

Slide 11 - Diapositive

De kerk veranderd
In de tijd van de heksenvervolgingen vonden er veranderingen plaats in de kerk. 
Eerst had iedereen hetzelfde geloof, ze waren rooms-katholiek
De kerk was heel rijk en veel burgers (gewone mensen) waren dat niet. 
Niet iedereen vond dat eerlijk. 
In 1517 was er in Duitsland een man, Maarten Luther, die zijn mening uitte en vertelde wat de kerk volgens hem niet goed deed. 

Deze actie wordt gezien als het begin van de Reformatie.
Daarmee bedoelen we de scheiding tussen twee groepen binnen de kerk. 
Aan de ene kant had je de rooms-katholieken en aan de andere kant de protestanten.

Slide 12 - Diapositive

De kerk veranderd
De volgers/aanhangers van Maarten Luther waren de protestanten.

De rooms-katholieke kerk  en de Paus begon hierdoor mensen te verliezen. 
Ze waren bang om minder machtig te worden.
Gevolg: ze werden strenger en straften iedereen die niet hetzelfde dacht en dus niet dezelfde ideeën had als de rooms-katholieke kerk. 
Zulke mensen noemde de kerk ketters. 

Slide 13 - Diapositive

Vermeende heksen
Heksen behoorden ook tot de groep ketters/andersdenkenden
omdat zij bevriend zouden zijn met de duivel (de tegenstander van God). 

De rooms-katholieke en de protestante kerk waarschuwden de mensen voor de heksen en deden allebei mee aan de heksenvervolgingen.
 De protestanten vervolgde voornamelijk rooms-katholieken en omgekeerd.


Slide 14 - Diapositive


Vermeende Heksen
  • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
  • Er werd gezocht naar een zondebok, iemand die je de schuld kunt geven.
  • Deze zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
  • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

Slide 15 - Diapositive

Hoe herken je een heks
Boek de Heksenhamer (‘Malleus Maleficarum’):
  • Een heks raakt bevriend met de duivel. Dat is het ergste wat je volgens de kerk kan doen. 
  • Heksen bezitten gaven (magische krachten), maar die zijn niet bij alle heksen hetzelfde. 
  • Heksen zouden kinderen offeren aan de duivel. 
Verloskundigen werken veel met baby’s en werden in die tijd daarom vaak van hekserij beschuldigd. Dit gold ook voor verpleegsters. Zij wisten veel over geneesmiddelen waardoor ze wisten hoe ze mensen moesten vergiftigen.

De vervolging

Slide 16 - Diapositive


Vervolging van heksen

  • Als je dacht dat iemand een heks was, kon je hem of haar aangeven bij de inquisitie (de rechtbank van de kerk). 
  • Er kwam een onderzoek om te kijken of de verdachte daadwerkelijk een heks was. 
  • Meestal hadden de mensen die aangifte deden alleen het vermoede dat iemand een heks was. 
  • Om dat op te lossen kon iemand gedwongen worden om te zeggen dat hij of zij een heks was. Dit deden ze door iemand te martelen. 
  • Naast het martelen werden er heksenproeven uitgevoerd. 


Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

Slide 17 - Diapositive

Hoe test je een heks?

Slide 18 - Question ouverte

Wegen

Waarom deze methode: Heksen konden op een bezemsteel vliegen. Je moest wel heel erg licht zijn om dat te kunnen.
Wat werd er gedaan:  er werd gecontroleerd of de verdachte geen extra gewichten droeg. Vervolgens moest hij of zij een linnen hemd aantrekken en op de weegschaal (de waag) gaan staan.
Het resultaat: de waagmeester vergeleek het gewicht van de verdachte met zijn of haar lengte en lichaamsbouw.


Slide 19 - Diapositive

De waterproef
Waarom deze methode: hierbij gaat het om dezelfde reden als bij het wegen. Heksen moesten licht zijn om te kunnen vliegen op een bezemsteel.
Wat werd er gedaan: De handen en de voeten van de heks werden aan elkaar vastgemaakt. Vervolgens werd hij of zij in het water gegooid.

Het resultaat: als je zonk was je onschuldig. Als je bleef drijven was je dus heel licht en daarom dus een heks.

Slide 20 - Diapositive

De vuurproef

Waarom deze methode: God zou er bij onschuldige mensen voor zorgen dat de brandwonden herstelden.
Wat werd er gedaan: De verdachte moest over hete kolen lopen, handen in het vuur steken of een gloeiend heet voorwerp vasthouden.
Het resultaat: als de brandwonden herstelden was de verdachte onschuldig. Als dat niet het geval was, was hij of zij een heks.

Slide 21 - Diapositive


De rol van de kerk
  • De kerk deed erg weinig aan de vervolgingen van heksen
  • Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren ketters en moest worden vernietigd.

Slide 22 - Diapositive

Gevolgen heksenvervolgingen
Als je onschuldig was, werd je vrijgesproken.
Je kreeg dan geen straf. Het nadeel was dat niemand je meer vertrouwde. 

Vond de inquisitie dat je een heks was, dan kreeg je wel een straf. Iemand kon verbannen worden. Je mocht dan nooit meer in die stad of dat dorpje terugkomen. Het was alleen heel lastig om een nieuw thuis te vinden.

Iedereen kon zomaar als heks aangewezen worden. 
Hoe zouden mensen in die tijd dan over vrouwen gedacht hebben?
Zij werden immers het meest van hekserij beschuldig. 
De mensen gingen vrouwen niet meer vertrouwen. 




Slide 23 - Diapositive

Voor morgen
Vmbo tl groep: lees de klassikale opdracht goed door zodat het spel snel van start gaat.
Havo tl groep: jullie gaan in de les zelfstandig het dagboekfragment maken dus lees de opdracht goed door.

Goede voorbereiding telt mee voor het uiteindelijke SO cijfer!

Slide 24 - Diapositive

Beoordeel elkaars project
  • Je gaat in duo's elkaars dagboekfragment lezen en feedback geven.
  • Je geeft feedback volgens de Matrix.
  • Je schrijft de feedback op en geeft uiteindelijk een onvoldoende/voldoende/goed.
  • We werken hieraan tot ....
  • Uitkomst: ik kijk de projecten na samen met de feedback die je hebt gekregen en vorm een cijfer.
  • Als je klaar bent lever je het project in.

Leerlingen online: ik maak partners en jullie voeren de opdracht volgend de aanwijzingen uit.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Wat lever je uiterlijk 23 april in?
  • Een dagboekfragment geschreven volgens de eisen.
  • Een ingevulde vragenlijst.
  • Samengevoegd in een net bestand met je naam.
  • Mag via Itslearning of Teams

Slide 27 - Diapositive