2 .SERT 3VWO formatieve toets ONTKENNING, PASSË COMPOSE, FUTUR SIMPLE et IMPARFAIT

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat weten jullie nog?  

Formatieve toets eind VWO 3: 

ontkenning, passé composé, futur, imparfait.

Let op:soms staat er een geluidsfragment als antwoord, deze moet je eerst beluisteren.

niets = ?
niet meer = ?

1. ne .... rien ne....... plus
2. ne.... personne ne..... pas
3. ne...... pas encore ne...........jamais
4. 

tu bois du coca
tu bois beaucoup ??? coca

1. du
2. de
3. niks invullen
4. d '

vertaal:
ik eet een kilo bananen;
zonder hoofdletters en punten

vertaal:
ik drink een fles water
zonder hoofdletters en punten

maak ontkennend:
je prends de la salade

1. je ne prends pas salade
2. je ne pas prends de salade
3. je ne prends pas de salade
4. je ne prends pas de la salade

De Passé Composé gebruik je om een eenmalige gebeurtenis in het verleden
te beschrijven

1. 
2. nee hoor, dat doe je met de imparfait
3. uhhhhh.......wat?????
4. helemaal goed!

wij hebben gegeten

1. nous sommes mangé
2. nous avons mangé
3. nous ont manger
4. nous aurons mangé

zij hebben gezien=

1. ils ont voiré
2. ils ont vus
3. ils ont vu
4. ils ont vécu

Klopt dit? :
elles sont partis.

Klopt dit?
Zij zullen eten = ils mangerent

1. nee, want de uitgang moet zijn : ONT
2. ja, want de uitgang is : ENT

ik zal zijn

1. j'etrai
2. je sommerai
3. je serai
4. je serais

u zult hebben=

1. vous avoirez
2. vous avez
3. vous aviez
4. vous aurez

"tu vas" in de futur =
tu iras

1. goed
2. fout
3. vergeten, sorry
4. soms wel , soms niet

"il fait " in de futur =

1. il faira
2. il faisait
3. il fairea
4. il fera

"elle a " in de futur =

1. elle aura
2. elle avoira
3. elle avoirea
4. elle avait

Hoe maak je de imparfait?
(in 3 stappen uitleggen)

De imparfait gebruik je om een gewoonte uit het verleden
te beschrijven

1. helemaal goed!
2. nee hoor, dat doe je met de Passé Composé

Wat is de imparfait van FINIR?
wij eindigden =

1. nous finions
2. nous finirions
3. nous finons
4. nous finissions

Wat is de imparfait van Être?
het was geweldig =

1. ce sommait formidable
2. ce sommera formidable
3. c'était formidable
4. c'éterait formidable

Dit is het einde van de toets.

Nu lekker even bijkomen met Stromae!!