5.1 Handel en de opkomst van steden

Tijdvak 4: Tijd van Steden en Staten
Introductie 
en
Paragraaf 5.1:Handel en de opkomt van de steden
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Tijdvak 4: Tijd van Steden en Staten
Introductie 
en
Paragraaf 5.1:Handel en de opkomt van de steden

Slide 1 - Diapositive

5.1 Handel en de opkomst van steden

Slide 2 - Diapositive

Deze les - Leerdoelen
  • Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van steden in de late middeleeuwen.
  • Je kunt uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond.
  • Je kunt aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen handelssteden uitleggen waarom samenwerking voordelig was.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Steden en staten

Slide 5 - Carte mentale

Het tijdvak Steden en Staten duurt
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600

Slide 6 - Quiz

We verlaten het tijdvak van

Monniken en ridders (500-1000)
= vroege middeleeuwen

Slide 7 - Diapositive

Wat is er veranderd in dat tijdvak:

Na de het uiteen vallen van het Romeinse Rijk wordt het onveiliger!

Het hofstelsel met ridders en kastelen worden belangrijk,
tevens komt de islam op als nieuwe godsdienst.


Slide 8 - Diapositive

Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten 
(1000-1500)

Kenmerken:
  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden

Slide 9 - Diapositive

Veranderingen op het platteland
Vanaf ongeveer het jaar 1000:
- Domeinheren lieten woeste gronden ontginnen.  
(Boeren gaan moerasgebieden droogleggen . Ook kapten ze bossen. Zo kwam er meer ruimte voor akkers.)
- Drieslagstelsel: een stuk land in het eerste jaar wordt gebruikt voor wintergraan en in het tweede jaar voor zomergraan, voordat het een jaar braak komt te liggen.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Landbouwverbeteringen: 
Ook: Boeren gingen een andere ploeg gebruiken > ijzer ipv hout en een halsjuk.

Slide 12 - Diapositive

Gevolgen:
  • Grotere oogst, dus meer voedsel, 
  • mensen leven langer
  • bevolking groeit
... en er is voedsel over (kan je verhandelen)
= ontstaan van de handel

Slide 13 - Diapositive

Handel
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten

- knooppunten van land- en waterwegen.
- bij een kastelen en kloosters

Hierdoor groeit de handel.

Slide 14 - Diapositive

Ontstaan van steden
Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. handelaar worden of ambachtsman. 
In de stad waren ze vrij (geen horige boer meer)

Tussen 900-1300 ontstaan er 1000 steden in Europa

Slide 15 - Diapositive

Agrarische-stedelijke samenleving 
Een maatschappij waarin de meeste mensen op het platteland wonen en in de landbouw werken, maar waar ook steden zijn, waarin veel mensen hun brood verdienen als ambachtsman of handelaar.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

De geldeconomie:
Economie waarin met geld wordt betaald

Vraag: Hoe werd er betaald in de vroege Middeleeuwen?
(500-1000)


Slide 19 - Diapositive

Antwoord
Ruilhandel. De mensen op een domein maakten hun spullen zelf of ruilden spullen.
Pacht werd ook in natura betaald.

Onhandig voor de domeinheer, want graan en eieren kon je slecht bewaren en onhandig voor de boeren: ruilen op de markt lastiger dan... met geld betalen.

Slide 20 - Diapositive

Nog een probleem...
Ieder koninkrijk en stad had een eigen munt
Oplossing: geld wisselen

Handel en nijverheid namen toe

Slide 21 - Diapositive

Dus... (samenvatting)
  • Door landbouwverbeteringen ontstonden er voedseloverschotten 
  • Overschotten werden verkocht op de markt --> HANDEL
  • Specialisatie: er ontstaan ambachten (niet iedereen hoeft in de landbouw)
  • Handelaren en ambachtsmensen gaan wonen rond de markt --> steden ontstaan

Slide 22 - Diapositive

Ontstaan handelsnetwerken
Handelssteden  dreven handel met gebieden in Europa en daarbuiten. 
Veel geld verdient ook met het innen van tol.

Slide 23 - Diapositive

Gevolgen toename handel
  1. groei nieuwe steden
  2. ontwikkeling geldeconomie > geldwisselaars en banken
  3. ontstaan van handel over grote afstanden in luxekoopwaar ( oa zijde, specerijen met Midden-Oosten)
  4. samenwerkingsverbanden zoals de Hanze (12e - 17e eeuw)

Slide 24 - Diapositive

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 25 - Diapositive

Meer over de Hanze...
.....in de volgende filmpjes

Slide 26 - Diapositive

0

Slide 27 - Vidéo

0

Slide 28 - Vidéo

Het tijdvak 'Steden & Staten' kende een...
A
landbouwsamenleving
B
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 29 - Quiz

Waarom konden aan het eind van de middeleeuwen steeds meer mensen overstappen van het beroep boer op het platteland naar een ander beroep in de stad?
A
Er hoefde niet zo veel te worden geoogst, omdat het aantal mensen afnam.
B
Er kwamen nieuwe uitvindingen in de landbouw.
C
Er kwamen steeds meer huizen in de stad.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 30 - Quiz

Wat wordt met het plaatje hiernaast uitgelegd?
A
De gilden in Europa
B
Het Hanze-verbond
C
De schepenen van steden in Europa
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 31 - Quiz