Triage BBL Module 6 les 2 Hoesten en kortademigheid (herhaling)

Triage BBL Module 6 les 2

Hoesten
Kortademig (herhaling) 
De Hulpvraag

Alma Buitenhuis
2024-2025
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
TriageMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Triage BBL Module 6 les 2

Hoesten
Kortademig (herhaling) 
De Hulpvraag

Alma Buitenhuis
2024-2025

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les:
- terugblik vorige les
- kortademigheid (herhaling)
- De hulpvraag
- Triage voor de klas

Slide 2 - Diapositive

Zijn er vragen n.a.v. vorige les, brandwonden, tetanus, wonden.
Hoesten 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten hoest ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Productief en niet productief
Droge hoest - prikkelhoest/kriebelhoest
Producerende hoest - slijmhoest

Kinkhoest

Acuut - chronisch
<3 weken = acuut
>3 weken = chronisch
Welke oorzaken kun je bedenken van hoesten?

Slide 5 - Carte mentale

Rook
Stof
Verkoudheidvirus (ontsteking van de luchtwegen)
Overgevoeligheid/allergie
Chemische stoffen
Sommige medicijnen
Maagzuur (reflux)

Hoesten 
Longontsteking/ pneumonie
Pseudokroep: blafhoest
Kinkhoest: hevig hoesten gevolgd door een gierende inademing
Hartfalen: vochtophoping in de longen waardoor hoestprikkel 
Epiglottitis: ernstig ziek, benauwd, kan niet slikken
Bronchiolitis: bij zuigelingen. Verkouden en kortademig/ piepen






Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vangnet/contactadvies
Welk vangnet geef je bij hoesten?






Slide 7 - Diapositive

Spoed: 
u hoest bloed op
u ademt snel of moeilijk als u rustig zit of ligt
u maakt een piepend geluid bij het ademhalen
u heeft koorts en raakt in de war of suf (slaperig)

u heeft pijn in de borstkas
u heeft langer dan 3 dagen koorts (38 graden of hoger, meet de temperatuur via de anus)
u heeft koorts gehad, daarna een paar dagen geen koorts gehad, en krijgt dan weer koorts
u bent ouder dan 70 jaar
u heeft minder weerstand door een ziekte of medicijnen (bijvoorbeeld prednison of chemotherapie)
u hoest langer dan 3 weken
u heeft vaker periodes waarin u veel hoest (zeker als u rookt)
Bloed ophoesten
Wat is het verschil tussen veel, matig of gering bloed ophoesten? 


Slide 8 - Diapositive

bloed ophoesten
Van belang is de mate van bloed ophoesten te bepalen. 'Hevig' is ophoesten van puur bloed. 'Matig' is ophoesten van slijm met overduidelijk bloed. 'Gering' is enkele druppels bloed bij het hoesten. Ophoesten van bloed is urgent behalve 'druppels' bloed.
Pseudokroep
Oorzaak?

Adviezen?

Contactadvies Pseudokroep?



Slide 9 - Diapositive

Bij pseudokroep is de keel ontstoken door een virus. 
Komt vooral voor bij kinderen van zes maanden tot vijf jaar.

ADVIES:
Warme, vochtige lucht kan soms helpen de hoestprikkel te verminderen. Ga bijvoorbeeld samen met uw kind 10 tot 20 minuten naast de warme stromende douche zitten met de deur van de badkamer dicht. U kunt ook een tijdje (20 tot 30 minuten) met uw kind in bad gaan zitten.

Contactadvies:
Contact opnemen als uw kind erg benauwd is, de benauwdheid met de genoemde adviezen niet vermindert, uw kind suf of erg onrustig wordt.
Medicatie bij hoestklachten
- Zijn er medicijnen tegen hoesten? 
- Welke?
- Ga je deze adviseren? Waarom wel/niet? 

Slide 10 - Diapositive

Thuisarts:
Hoestdrankjes en andere hoestmiddelen helpen niet. 
U gaat er niet minder door hoesten. Ze lossen ook geen slijm op.

Codeïne --> op voorschrift arts - opiaat! --> bijwerkingen/verslavend.....
Dit wordt dus ook alleen bij uitzondering gegeven en niet standaard/laagdrempelig

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kortademigheid 

Slide 12 - Diapositive

C= Circulation huidskleur (grauw/bleek /blauw, temp?  klam/ zweten, vlekjes/marmering huid, bij veel vochtverlies/bloedverlies, weinig urineproductie, niet meer op de benen kunnen staan-> niet door verlamming

D: bewustzijn gedaald of buiten bewustzijn, dus niet allert, verward, soms sprake van trauma, FAST

E: grote paniek, agressie, gevaar door stoffen brand, gevaarlijke omgeving 
Welke kaart pak je wanneer?
Wanneer iemand belt met de ingangsklacht kortademigheid/benauwdheid:

Vanaf welke kaart zou je je triage gesprek voeren? 
Welke kaart pak je in welke situatie?

HIERBIJ IS HET DUS HEEL BELANGRIJK DAT JE HET PLAATJE VOOR JE ZIET!

Slide 13 - Diapositive

'Een (te snelle) ademhaling die veel inspanning kost of het gevoel geeft te weinig lucht binnen te krijgen. Moeite met ademhalen.'

Dyspneu of benauwdheid door tekort aan adem(haling) - kortademigheid

Benauwdheid als druk op de borst valt onder pijn op thorax - pijn thorax

Bij kortademigheid na trauma- trauma thorax
Kortademigheid
- Hevig  
- Matig
- Gering
Kun jij dit onderscheid maken?
Welke vragen stel je?
Welke urgentie koppel je?
Wat zie je bij (kleine) kinderen?

Slide 14 - Diapositive

 'Hevig': kan geen vijf woorden achtereen zeggen. Zit rechtop. Is doorgaans instabiele B en U1.

 'Matig': milde tachypneu (=te snelle ademhaling) of gebruik van hulpademhalingsspieren.  (Dit is te zien aan opgetrokken schouders, aangespannen nekspieren en krachtig gebruik van tussenribspieren. Dit is een krampachtige manier van ademhalen, en het is belangrijk dit tijdig te herkennen. Patiënten zullen namelijk na verloop van tijd uitgeput raken.)
U2 (tenzij snel ontstaan - dan U1)

 'Gering':(gevoel van) lichte benauwdheid, geen gebruik van hulpademhalingsspieren. U4

Bij kind: steunende, kreunende of piepende ademhaling betekent hevig kortademig.
Aan welke symptomen kun je kortademigheid herkennen? Wat zie/merk je aan een patiënt? Wat kan hij/zij wel niet?

Slide 15 - Question ouverte

  • Bijgeluiden in ademhaling - kreunen/stridor
  • Houding - rechtop zitten, schouders omhoog trekken bij ademhaling 
  • Zinnen/woorden spreken - kan iemand nog meer dan 5 woorden spreken?
  • Kinderen - neusvleugelen en ribbetjes intrekken 
  • Snelle ademhaling
  • Cyanose
  • ANGST!!
Astma/COPD
Welke vragen stel je?
Waarom?

Wat doe je?

Slide 16 - Diapositive

Bent u bekend met astma/copd?
Exacerbatie = verergering
Al medicatie gebruikt?
Wat? Wanneer? Hoeveel? Effect?

Bij geen verbetering op medicatie is zorg geboden - kan snel verslechteren!! (U1 of U2)

Astma/ COPD, urgent
Geen inspanning. Laat patiënt niet alleen. De eigen inhalatiemedicatie volgens voorschrift gebruiken. Of nitro als dit ook wordt gebruikt, ook als er geen sprake is van pijn op de borst.
Je hebt een triage gesprek gevoerd, waarbij je een ambulance hebt ingeschakeld omdat je denkt dat er sprake kan zijn van ernstig acuut hartfalen. Welk tussentijds advies geef je?

Slide 17 - Question ouverte

Asthma cardiale - ernstig acuut hartfalen
Patiënt hevig benauwd - rochelt - cyanotisch - doodsangst (denkt de stikken)

Patiënt rechtop laten zitten, geen inspanning verrichten, benen laten afhangen
Wanneer denk je aan de volgende ziektebeelden?
  • Longembolie
  • Pneumothorax
  • RS virus

Herken je dit en weet je welke urgentie/adviezen? 
Welke risicogroepen zijn er?

Slide 18 - Diapositive

Belangrijk om de risicogroepen van longembolie, pneumothorax, pseudokroep en RS virus te kennen.

Signalen van de ziektebeeld herkennen

Urgentie en (tussentijdse) adviezen

(Zie lesopzet) 
Longembolie:
kortademigheid en pijn vastzittend aan de ademhaling (met name inademing)
Risicofactoren: operatie, langdurige bedrust, roken, eerdere trombose, kraambed.

Pneumothorax:
Dit kan spontaan gebeuren of door een trauma.
De spontane pneumothorax treedt vooral op jonge leeftijd.

Respiratoir syncytieel virus – RS-virus
Veroorzaakt bij oudere kinderen en volwassenen een infectie van de hogere luchtwegen die als een griep of verkoudheid verloopt al dan niet in combinatie met koorts. Bij jonge kinderen en zuigelingen kan de infectie ernstig verlopen met hoesten, piepen en ademhalingsproblemen, doordat de lagere luchtwegen ontstoken raken.


De reden van het contact en de hulpvraag vaststellen.

Let op hierbij heb je een luisterende en stimulerende rol. Doormiddel van gerust te stellen en vooral door open vragen te stellen. 
Zinnen die je helpen om de hulpvraag vast te stellen.
  • Wat is precies uw vraag?
  • Wat is de reden dat u nu belt?
  • Waar maakt u zich zorgen over?
  • Evt. doorvragen (denk aan iemand die zegt benauwd te zijn) Wat bedoeld u met benauwd?
  • Duidelijkheid scheppen (stellen directe vragen) Wat is de klacht, of wat is het probleem? Wat wilt u dat ik voor u doe?

Eventueel geruststellen
  • Het is goed dat u hiervoor belt.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen over oorpijn?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus voor de klas
Is er een vrijwilliger?
Waar wil je dat wij op letten?
Wat is je leerdoel?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les:
Voorbereiding: Pijn thorax (herhaling module 1)
De agressieve patiënt
 
2 casussen maken over pijn thorax waarbij in ieder geval 1 casus met een agressieve patiënt. 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions