1. B
2. B
3. D
4. a. trillingen
b. conus ... trillingen
c. vloeistoffen en vaste stoffen
d. 340
5. a. De conus
b. De snaren
c. Je stembanden
6. a. Je trommelvlies
b. Zintuigcellen
7. a. snaren ... vingers
b. vel ... handen
c. snaren ... strijkstok
d. snaren ... hamertjes