Thema 4 herhalen + botten overhoring herkansen

Hoofdstuk 3 Botten
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 Botten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeen en bot/been 
Botten geven stevigheid en bescherming aan je lichaam. Je skelet is stevig door kraakbeen en bot.
Botten bevatten lijmstof en kalk. Kalk is hard en zorgt voor stevigheid, lijmstof zorgt ervoor dat bot een beetje buigzaam blijft en minder snel breekt.

Dus: 
Kraakbeen kan buigen.
Been/bot is hard en stevig en kan niet buigen

 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeen vs Botten

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeen
Botten met veel lijmstof en weinig kalk noemen we kraakbeen.

Lijmstof maakt botten buigzaam.
Kalk maakt botten hard.

In de botten van baby's zit veel kraakbeen. 

Naarmate ze ouder worden wordt kraakbeen vervangen door bot.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Harde en buigzame botten
Harde botten zijn van been. Dat bevat kalk en een beetje lijmstof.



Buigzame botten zijn van kraakbeen. Kraakbeen bevat veel lijmstof en weinig kalk. Buigzame botten breken niet snel.


Het skelet van een baby is buigzaam door veel kraakbeen met lijmstof.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

veel lijmstof/ weinig kalk 
weinig botbreuken 
weinig lijmstof / veel kalk
vaker botbreuken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je botten zitten aan elkaar met  gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.
ellenboog-gewricht

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zitten nog meer gewrichten in je lichaam?

Op al deze plekken zitten gewrichten.

En je hebt er nog meer!



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De knie
De knie is een gewricht.

Een gewricht is een verbinding tussen 2 botten (in dit geval: scheenbeen en dijbeen. 

Door een gewricht kunnen de botten gemakkelijker bewegen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewricht:
Gewricht:
Elk gewricht bestaat uit 6 onderdelen.
  1. Gewrichtskapsel
  2. Gewrichtskogel
  3. Gewrichtskom
  4. Gewrichtssmeer
  5. Kraakbeenlaagje
  6. Kapselband

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een gewricht
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten. Aan de ene kant van het gewricht zit een 
gewrichtskogel en andere kant een 
gewrichtskom

De gewichtskogel beweegt in de 
gewrichtskom.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: soort smeervet zorgt voor soepel bewegen

Kraakbeenlaagjegemakkelijk bewegen, beschermt botten tegen slijtage

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom het gewricht.  Houdt botten bij elkaar.
Binnenkant van gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer (stroperige vloeistof) af zodat botten soepel kunnen bewegen.

Kapselbanden: extra stevigheid bij gewrichten, houd botten op hun plek

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierstelsel
  • Om te kunnen bewegen heb je spieren nodig. 
  • Botten zitten vast aan spieren.
  • Alle skeletspieren in je lichaam noemen we het spierstelsel.


  • Ook in je organen zitten spieren     (bv huid, maag, hart).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pezen
Spieren zitten vast aan botten met pezen

De plek waar de spier aan het bot vastzit = aanhechtingsplaats

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pezen
Een spier trekt zich samen, wordt korter en dikker. Hij trekt de botten naar elkaar toe. -> Beweging

Pezen kunnen zich niet samentrekken.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antagonisten
De werking van spieren: om te bewegen heb je altijd 2 spieren nodig
 armbuigspier biceps 
en 
armstrekspier triceps

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Gezonde houding'
Hoe je staat of zit, noem je je lichaamshouding. 
Je rug- en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. 

Bij een juiste lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele-S-vorm. Dat kan voorkomen dat je rug- of nekpijn krijgt. 
De spieren die aan de wervels vastzitten zorgen voor de juiste vorm van je wervelkolom. Die vorm is bij bewegen belangrijk maar ook bij staan en zitten. 
De spieren die daarvoor zorgen moeten sterk zijn, regelmatig bewegen en trainen is daarvoor belangrijk.

Vraag: In welke afbeelding zie je een 'gezonde houding'?

Wanneer heb je een gezonde zithouding?
rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen
als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen
antwoord
Dubbele S-vorm
Deze werkt als een door schokbreker bij springen en als een soort veer bij het tillen van zware voorwerpen.
Rechtop zitten: Laatste staande persoon, rechts onder

Slide 22 - Diapositive

antwoord:

Goed tillen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een blessure?

Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en/of gewrichten.


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

conditie

Als je meer beweegt bouw je lichamelijke conditie op. Je kan dan langer en sneller bewegen.

Bewegen is goed voor je motorische ontwikkeling.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions