LA_Klimaten op aarde

herhaling
Weer & Klimaat
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

herhaling
Weer & Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je weten?
  • Weer (?) & klimaat (?)
  • de 5 weerselementen
  • soorten luchtdrukken
  • bewolkingsgraad
  • weerbericht interpreteren
  • klimaten herkennen

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen weer & klimaat?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Het klimaat = het gemiddelde weer gemeten over...
A
5 tot 10 jaar
B
40 tot 50 jaar
C
30 tot 40 jaar
D
20 tot 25 jaar

Slide 5 - Quiz

Wat is geen weerselement?
A
temperatuur
B
neerslag
C
wind
D
zon

Slide 6 - Quiz

Bewolkingsgraad 100%

Slide 7 - Diapositive

bewolkingsgraad = 0%

Slide 8 - Diapositive



Verschillende soorten klimaten

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Op deze kaart zie je hoe de klimaten verdeeld zijn op aarde.
Rond welke breedtegraad liggen de tropen?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Middellandse zeeklimaat
droge zomer (geen neerslag)
Wordt ook wel mediterraan klimaat genoemd

let op; komt ook in San Francisco voor.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Vidéo

rechte zonnestand
klein opp. sterk verwarmd
Schuine zonnestand,
groot opp.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Op dit moment regent het op eiland X en op eiland Y is het droog. Welke uitspraak is nu juist?
A
x en y hebben een verschillend klimaat
B
x en y hebben op dit ogenblik verschillend weer
C
x heeft een natter klimaat dan y
D
y heeft meestal droger weer dan x

Slide 22 - Quiz

Temperatuurfactoren

Slide 23 - Diapositive

Temperatuurfactoren
5 factoren die invloed hebben op de temperatuur:
  1. Breedteligging: hoe verder van de evenaar, hoe kouder
  2. Hoogteligging: Hoe hoger hoe kouder
  3. Land-zeeverdeling: hoe verder van zee, hoe warmer in de zomer, hoe kouder in de winter.
  4. Berg als klimaatscheiding
  5. Gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Welke letter staat aan de lijzijde van de berg
A
Letter A
B
letter B
C
wat doet die pijl daar?

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

rotsgordel
eeuwige sneeuw
boomgrens en groen
naaldbomen

Slide 28 - Question de remorquage

Slide 29 - Diapositive

Op de top van een berg van 4000 m hoogte is het -6°. Je loopt 3000 m omlaag.
Hoe warm is het daar?
A
B
10°
C
12°
D
15°

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Op deze kaart zie je hoe de klimaten verdeeld zijn op aarde.
Rond welke breedtegraad liggen de tropen?

Slide 32 - Diapositive

Hoe verder van de evenaar hoe .... het wordt
A
kouder
B
droger
C
natter
D
warmer

Slide 33 - Quiz


Plaatsen op hoge breedte liggen
A
dicht bij de evenaar
B
zijn vaak warm
C
ver van de evenaar
D
zijn vaak droog

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo

3 soorten neerslag
  1. Stijgingsneerslag (bij de evenaar)
  2. Stuwingsneerslag
  3. frontale neerslag

Slide 36 - Diapositive

Stijgingsneerslag

Slide 37 - Diapositive

Stuwingsneerslag

Slide 38 - Diapositive

Frontale neerslag

Slide 39 - Diapositive

Nederland kent 2 soorten regens. Welke 2?
A
Stijgingsneerslag (zomer)
B
Stijgingsneerslag (winter)
C
frontale neerslag
D
stuwingsneerslag

Slide 40 - Quiz

Ander woord Orkaan

Slide 41 - Carte mentale

Noem de verandering waardoor de eitjes van de tijgermug
tegenwoordig wel de winter overleven in Nederland.

Slide 42 - Question ouverte

Lees bron 1. Deskundigen verwachten dat het verspreidingsgebied van muggen en andere ziekteverwekkers in de toekomst groter wordt. Geef daarvan een oorzaak.

Slide 43 - Question ouverte

Wat is geen weerselement?
A
temperatuur
B
neerslag
C
wind
D
zon

Slide 44 - Quiz

bewolkingsgraad = 0%

Slide 45 - Diapositive

Het klimaat = het gemiddelde weer gemeten over...
A
5 tot 10 jaar
B
40 tot 50 jaar
C
30 tot 40 jaar
D
20 tot 25 jaar

Slide 46 - Quiz

In Zuid-Spanje zijn de meeste woningen wit van kleur. Het is in de zomer aangenaam
verblijven in de witte huizen.

Waardoor is het in witte huizen in de zomer in Zuid-Spanje aangenamer verblijven dan in huizen die niet wit zijn?

Slide 47 - Question ouverte

Slide 48 - Vidéo

Wat voor een klimaat heeft Nederland?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Bergklimaat

Slide 49 - Quiz

Nederlands zeeklimaat

Slide 50 - Carte mentale

Wind

Slide 51 - Diapositive

Wind

Wind
Wind = bewegende lucht
wind stroomt van gebieden met veel lucht naar gebieden met weinig lucht
De schaal van Beaufort geeft de windsnelheid aan

Slide 52 - Diapositive

Slide 53 - Vidéo

Wat moet je weten?
  • Weer (?) & klimaat (?)
  • de 5 weerselementen
  • soorten luchtdrukken
  • bewolkingsgraad
  • weerbericht interpreteren
  • klimaten herkennen

Slide 54 - Diapositive