H 2.1 en M 1.5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Verdeling tijd.

• Elk deel heeft een half uur.
• Wo start Havo, Vr start Mavo.
• Als ik uitleg aan één deel van de klas werkt de andere groep zelfstandig. Je overlegt dus ook niet! 
• Havo 2.1 afmaken en daarna LEER VOOR JE TOETS!

Wat gaan we doen?

• Herhaling
• Uitleg 1.5
• Huiswerk controleren.
• LEREN!

Vul in:

1. Er kwam een nieuw bestuur. De meeste ...A.... mochten stemmen. De regenten verloren alle macht.
   
2. Er Kwam een .....B....... Overal golden dezelfde wetten en regels.
   
3. Alle burgers kregen dezelfde .....C...., zoals vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting.
   
4. Er kwam een ...D.... waarin alle afspraken over het bestuur en de grondrechten werden vastgelegd.

Lesdoel

• Je kunt beschrijven hoe er een einde kwam aan de macht van Napoleon over
  

Frankrijk en Nederland.

Einde Napoleon

• 1812 Napoleon valt Rusland aan.
• Het  grote leger (grande armée) telde 100.000 soldaten.
• Die soldaten kwamen uit verschillende landen.

Einde Napoleon.

• De oorlog tegen Rusland mislukte.
• De Fransen kwamen tot Moskou, maar de Russen branden de stad af.
• Tijdens de terugtocht stierf een groot deel van het leger van de kou en de honger. Er bleven 20.000 soldaten over.
• Napoleon werd opgepakt en gevangen gezet op het eiland Elba.

Willem I

• Na Napoleon komt er een koning.
• De zoon van Willem V wordt koning.
• Zijn naar wordt koning Willem I, en hij wordt in 1813 gekroond. 

Nakijken.

• Paragraaf 6.4 .
• Eén persoon leest de vraag voor.
• Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
•  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Huiswerk

LEREN VOOR DE TOETS!!!

Wat gaan we doen?

• Herhaling H1
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 2.1

De opstand:
1. Willem van Oranje vermoord.
2. Koning Filips II komt aan de macht.
3. De Vrede van Munster wordt getekend.
4. De beeldenstorm.

1. 1,3,4,2
2. 1,2,3,4
3. 2,4,1,3
4. 4,2,1,3

begrippentoets.

• Schrijf je begrip op.
• Hou het bordje omhoog als ik het zeg.
• Heb je het antwoord fout? Doe dan je bordje naar beneden.
• Heb je het antwoord goed? Dan hou je het bordje omhoog tot er een streep bij je naar staat.