Examentraining Engels signaalwoorden en tekstverklaring week 19

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je het Woordenboek?

  1. Bekijk eerst of je de betekenis in de context weet.

  2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  3. Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  4. Er staan vaak meerdere betekenissen. Zoek de meest passende.
  5. Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

        


 Zorg dat je zoveel mogelijk signaalwoorden kent! 
Dus leer ze uit je hoofd!

 Bestudeer de signaalwoorden op de volgende slide(dia)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

also

Slide 5 - Question ouverte

furthermore

Slide 6 - Question ouverte

because

Slide 7 - Question ouverte

although

Slide 8 - Question ouverte

then again

Slide 9 - Question ouverte

Word Guess strategy

WOORDEN RADEN

- wat zou het woord kunnen betekenen? Lees een stukje door of een stukje terug. (context)

- lijkt het woord op een woord uit een andere taal? 

- raad de betekenis
-check de betekenis

Slide 10 - Diapositive

vertaal het signaalwoord :
still

Slide 11 - Question ouverte

mug = beker
to rid= ergens vanaf komen
humble = bescheiden

Slide 12 - Diapositive

Belangrijke informatie/conclusies staan vaak in de eerste en laatste alinea, lees die altijd eerst!

Slide 13 - Diapositive

due to

Slide 14 - Question ouverte

unless

Slide 15 - Question ouverte

eventually

Slide 16 - Question ouverte

that's why

Slide 17 - Question ouverte

purpose
A
opzettelijk
B
doel
C
misschien
D
alhoewel

Slide 18 - Quiz

achieve
A
werken
B
instemmen met
C
bereiken
D
het is maar goed dat

Slide 19 - Quiz

develop
A
ontwikkelen
B
aantrekken
C
duidelijk
D
opvoeding

Slide 20 - Quiz

increase
A
vergroten
B
afname
C
oplossing
D
toename

Slide 21 - Quiz

violence
A
vriendelijk
B
onderzoek
C
geweld
D
in elkaar slaan

Slide 22 - Quiz

average
A
op leeftijd
B
oudere
C
bos
D
gemiddelde

Slide 23 - Quiz

common
A
computerprogramma
B
website
C
forens
D
gewoon

Slide 24 - Quiz

kijk of je de betekenissen van moeilijke woorden kunt 'raden'
zoek signaalwoorden

Slide 25 - Diapositive

increased

obscuring

junctions

foliage

masked

unfamiliar

due to

struggling

increasing

likelihood

collisions

Slide 26 - Diapositive

Wat is het basiswoord van?
increased
obscuring
junctions

Slide 27 - Question ouverte

Alleen het basiswoord staat in het woordenboek dus increased zoek je bij increase = verhogen  want de d geeft aan dat het verleden tijd is

obscuring = verduisteren/ donker maken -> zoek je bij obscure want de - ing geeft aan dat het een present continuous ( ing-vorm, dus het is bezig)  

Junctions = kruispunten -> zoek je bij junction want de s geeft aan dat het meervoud is

Slide 28 - Diapositive

foliage
masked
unfamiliar

Slide 29 - Question ouverte

foliage  = gebladerte

masked=gemaskerd->denk ook aan the 'masked' singer

unfamiliar = onbekend -> denk aan de tegenstelling familiar = bekend/vertrouwd

Slide 30 - Diapositive

due to
struggling
likelihood of collisions

Slide 31 - Question ouverte

due to = vanwege -> dit is een signaalwoord net als because, het geeft een reden/oorzaak aan

struggling = basiwoord = struggle = moeite hebben met

likelihood = waarschijnlijkheid / de mogelijkheid tot

collisions = botsingen  -> de s geeft aan dat het meervoud is


Slide 32 - Diapositive

zelf oefenen?

klik op de volgende pagina

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Slide 35 - Lien