Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Steeds meer avocado’s
Nieuwsbegrip
Slide 1 - Diapositive
Heb je wel eens een avocado gegeten?
Ja, lekker!
Ja, vies!
Nee
Slide 2 - Sondage
De meeste avocado’s die naar Nederland worden gehaald, worden doorgevoerd naar andere landen in Europa.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
In Nederland eten we gemiddeld drie avocado’s per persoon per jaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Een avocado bevat veel goede vetten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Het telen van één avocado kost circa 70 liter water.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Het ontpitten van een avocado kun je het veiligst met een mes doen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Maak nu de les
Slide 8 - Diapositive
In r. 15-16 staat: Het merendeel wordt geëxporteerd naar andere Europese landen. Wat betekent het merendeel?
A
Het grootste deel
B
Het kleinste deel
C
Het beste deel
D
Het mooiste deel
Slide 9 - Quiz
In r. 15-16 staat: Ongeveer 9 procent van de geïmporteerde avocado's is bedoeld voor de Nederlandse markt. Het merendeel wordt geëxporteerd naar andere Europese landen. Met welk signaalwoord kun je het verband duidelijk maken?
A
als
B
bijvoorbeeld
C
maar
D
ook
Slide 10 - Quiz
Op welke plek in het stukje Groente of fruit? past de volgende zin het beste? De avocado wordt namelijk vaak als groente gegeten.
A
Na de zin in r. 20: Is … fruit?
B
Na de zin in r. 20-21: De … groente.
C
Na de zin in r. 21: In … vitamines.
D
Na de zin in r. 24-25: In … bewaren
Slide 11 - Quiz
In r. 21-22 staat dat een avocado in tegenstelling tot andere groenten veel vet bevat. Wat betekent in tegenstelling tot?
A
anders dan
B
liever dan
C
net als
D
samen met
Slide 12 - Quiz
Waarom worden avocado’s ook wel het ‘groene goud’ genoemd (r. 27)?
A
Omdat er soms bossen worden gekapt.
B
Omdat er veel water voor nodig is.
C
Omdat mensen er veel geld aan kunnen verdienen.
D
Omdat steeds meer boeren de vrucht telen.
Slide 13 - Quiz
Kijk in het stukje Veel water. Wat staat er vooral in dit stukje?
A
wat de kritiek is op het eten van avocado’s
B
wat de kritiek is op het telen van avocado’s
C
wat de voordelen zijn van het eten van avocado’s
D
wat de voordelen zijn van het telen van avocado’s
Slide 14 - Quiz
Wat is waar volgens de tekst?
A
Een avocado is een fruitsoort, maar het Voedingscentrum ziet het als groente.
B
Een avocado is een fruitsoort, maar wordt gezien als groente vanwege de kleur.
C
Een avocado is een soort groente, want het Voedingscentrum ziet het als groente.
D
Een avocado is een steenvrucht, maar het is groente omdat het niet zoet is.
Slide 15 - Quiz
Welke vraag wordt in de tekst niet beantwoord?
A
Hoeveel avocado’s moet je per persoon eten om gezond te blijven?
B
Hoeveel avocado’s worden in Nederland gemiddeld per persoon per jaar gegeten?