Het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp / le pronom personnel complément d'objet indirect

Het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp
Leg uit wat het is in het Nederlands, geef 2 voorbeelden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Het persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp
Leg uit wat het is in het Nederlands, geef 2 voorbeelden

Slide 1 - Diapositive

Voorzetsel en plaats
Door welke voorzetsel weet je in het Nederlands dat jij een persoonlijk voornaamwoord meewerkend voorwerp moet gebruiken?
Waar plaats je het persoonlijk voornaamwoord in de zin?

Slide 2 - Diapositive

NU IN HET FRANS!
Welke voorzetsel geeft aan dat het over een persoonlijk voornaamwoord meewerkend voorwerp gaat?
Waar plaats je het persoonlijk voornaamwoord in de zin?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

VOORBEELDEN / EXEMPLES
Ik geef een cadeau aan mijn broer.
Ik geef hem een cadeau.
Je donne un cadeau  à mon frère.
Je lui 

Slide 5 - Diapositive

de plaats 
voor de persoonsvorm: Je la prends
voor het hele ww indien aanwezig: Je vais le prendre

met ontkenning=
Je ne la prends pas
Je ne vais pas la prendre
Je ne vais pas lui donner le chargeur

Slide 6 - Diapositive

MIJ
JOU
HEM / HAAR
ONS
U / JULLIE
HUN
ME / M'
TE / T'
LUI
NOUS
VOUS
LEUR

Slide 7 - Question de remorquage

Le touriste (hem) demande la route

Slide 8 - Question ouverte

Le jardinier (hun) donne des légumes

Slide 9 - Question ouverte

Je vais (u) téléphoner demain

Slide 10 - Question ouverte

Nous allons (jou) écrire une lettre

Slide 11 - Question ouverte

Nos copains (ons) ont envoyé une carte

Slide 12 - Question ouverte

EXERCICES DANS LE LIVRE
Faire les exercices 13b,13c,13d,13e,13f,14 pages 55,56,57,58

Slide 13 - Diapositive