§ 4.2 Omtrek

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

§ 4.2 Omtrek 

Doelen van de les:

• Je weet wat omtrek is.
  
• Je berekent of schat de omtrek van rechthoekige / samengestelde figuren.
  
• Je berekent of schat de omtrek van cirkelvormige figuren.

Omtrek

= een lengte

= 1 dimensionaal

Weten we het nog?

De rolmaat geeft 4,3 dm aan.
Hoeveel centimeter is dat?

1. 430
2. 43
3. 4,3
4. 4300

Verschil omtrek en oppervlakte

Welke formule hoort er bij de omtrek van een rechthoek?

1. Lengte + breedte
2. Lengte + breedte x 2
3. Lengte x breedte
4. Lengte+breedte+lengte+breedte

Dit zwembad is 4 meter breed
en 10 meter lang. Wat is de
omtrek van dit zwembad?

Wat is de omtrek?

1. 120 mm
2. 210 mm
3. 12 cm
4. 21 cm

Rond een weiland loopt een sloot. Het weiland is 189,5m breed en 405m lang. Hoeveel km is de sloot om het weiland?
Rond af op 1 decimaal.

Samengesteld figuur

Had dit ook anders gekund?

Formule voor Omtrek Cirkel

 

π x diameter

of
 2 x π x r (straal)

π = 3,141592...

Waar komt π vandaan?

Bereken de omtrek van de cirkel

Kees rijdt 5,3 km met zijn auto. Hoe vaak is het linker voorwiel van Kees’ auto rond gegaan?
Rond af op een geheel getal.
omtrek cirkel = π × diameter

Uitwerking

Eerst diameter bepalen:

15 x 2,54cm = 38,1cm

2x banddikte = 24,6 cm

38,1 + 24,6 = 62,7cm

Omtrek band  = 62,7 x π = 196,978 cm

5,3 km = 530.000 cm

1 x rond	1 x 530.000 : 196,978 = 2691
196,978 cm	530.000 cm