1.a van letters tot kennis

1.a Van letters tot kennis
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

1.a Van letters tot kennis

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Van letters tot kennis
15 min
-Oefenen
25 min

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat het betekent om geletterd te zijn;
  • Je kan vormen van geletterdheid herkennen en benoemen;
  • Je kan vormen van geletterdheid toelichten en uitleggen wat het belang is van geletterd zijn;
  • Je kan zelf nadenken over geletterdheid en hierover een tekst schrijven of een tekening maken.

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel woorden kende je toen je aan de bassisschool begon ongeveer?

Slide 4 - Question ouverte

Hoeveel woorden ken je nu ongeveer?

Slide 5 - Question ouverte

Hoeveel woorden ken je als je straks volwassen bent ongeveer?

Slide 6 - Question ouverte

Geletterdheid
Geletterdheid --> iemand die kan lezen en schrijven, iemand met letterkennis. Ook wel alfabeet. Iemand die niet kan lezen en schrijven, noem je een analfabeet.

Geletterdheid --> iemand die heel veel gelezen heeft en veel algemene kennis heeft. 
Met opbouwen van kennis ben je op de basisschool al begonnen door te lezen over geschiedenis en natuur. 

Slide 7 - Diapositive

Waarom is het belangrijk om geletterd te zijn?

Slide 8 - Carte mentale

Maatschappij
Kunnen lezen en schrijven is een belangrijke voorwaarde om deel te nemen aan de maatschappij. Veel informatie krijg je namelijk schriftelijk. 

Digitale geletterdheid --> weten hoe computers, smartphones, programma's en apps werken, je weg vinden op internet: juiste informatie vinden, weten of een website veilig of betrouwbaar is. 



Slide 9 - Diapositive

Als je veel weet, beleef je meer.
A
eens
B
oneens

Slide 10 - Quiz

Beleving
Kennis heb je nodig om de wereld te leren kennen en begrijpen. Hoe meer kennis je hebt, hoe groter de wereld wordt. 

In de maatschappij is het handig als jeover veel onderwerpen al wat basiskennis hebt, en dat leer je op school. 

Slide 11 - Diapositive

Woordenschat
De woordenschat van de Nederlandse taal is eindeloos. Elke dag komen er nieuwe woorden bij. 
Oneindig veel mogelijkheden met 26 letters. Ons brein maakt van die combinatie van tekens betekenis. 

Slide 12 - Diapositive

Toepassing
Stel je voor: een buurvrouw vraagt je om hulp en vertelt dat zij niet of nauwelijks kan lezen. 
Tegen welke dagelijkse problemen loopt je buurvrouw aan? 
Bedenk minimaal drie voorbeelden en noem er één als ik je naam noem. Een gegeven voorbeeld mag niet nogmaals benoemd worden.

Slide 13 - Diapositive

Toepassing
Stel je voor: een buurvrouw vraagt je om hulp en vertelt dat zij niet of nauwelijks kan lezen. 
Bekijk onderstaande situaties. Zou je buurvrouw zich kunnen redden? Leg uit als ik je naam noem.

-op Netflix een film of serie uitzoeken;
-de gebruiksaanwijzing van een nieuw apparaat doornemen;
-een treinkaartje kopen bij de automaat;
-met het openbaar vervoer reizen;
-een nieuwe smartphone in gebruik nemen.

Slide 14 - Diapositive

Toepassing
Stel je voor: een buurvrouw vraagt je om hulp en vertelt dat zij niet of nauwelijks kan lezen. 
Bekijk onderstaande situaties. Hoe zou de buurvrouw zich voelen? Leg uit als ik je naam noem.

-op Netflix een film of serie uitzoeken;
-de gebruiksaanwijzing van een nieuw apparaat doornemen;
-een treinkaartje kopen bij de automaat;
-met het openbaar vervoer reizen;
-een nieuwe smartphone in gebruik nemen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Probeer maar!
Opdracht 2
Bladzijde 8 van je oefenboek
Alleen en in stilte

Daarna klassikaal nakijken
timer
7:00

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Hoofdstuk 1 paragraaf a, van letters tot kennis, opdracht 3, 4 en 5. 
Hoe?
Oefenboek blz 8-9.
Handboek blz 10-11.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Verder lezen in je leesboek

Slide 19 - Diapositive

Volgende les:

Aan de slag met de overige opdrachten.

Slide 20 - Diapositive

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat het betekent om geletterd te zijn



Je kan vormen van geletterdheid herkennen en benoemen.
Je kan zelf nadenken over geletterdheid en hierover een tekst schrijven of een tekening maken.
Je kan vormen van geletterdheid toelichten en uitleggen wat het belang is van geletterd zijn

Slide 21 - Question de remorquage