2.3 Spieren I

2.3 Spieren I
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.3 Spieren I

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Agenda
  • Herhaling 2.2
  • Lezen 2.3
  • Leerdoelen 2.3
  • Theorie 2.3
  • Opdrachten
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Op welke 4 manieren kunnen botten aan elkaar vastzitten?

Slide 4 - Carte mentale

Hoe zitten botten aan elkaar?

Slide 5 - Diapositive

Hoe werkt een gewricht?
  • De bolle gewrichtsknobbel past precies in de gewrichtskom. 
  • Tussen de boten zit een dun laagje kraakbeen 
  •  Gewrichtskapsel, dit houdt de botten bij elkaar en beschermt het gewricht. 
  • Het gewrichtskapsel  maakt gewrichtsmeer.
  • Kapselbanden zorgen voor extra versteviging 

Slide 6 - Diapositive

Welke 5 type gewrichten zijn er?

Slide 7 - Carte mentale

5 typen Gewrichten

  1. Kogelgewricht
  2. Scharniergewricht
  3. Rolgewricht
  4. Zadelgewricht
  5. Eivormig gewricht

Slide 8 - Diapositive

Lezen theorie 2.3
Lees de theorieblokken (groene boxen)
Arceer kernzinnen/kernwoorden
timer
7:00

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Leerdoelen 2.3
  • Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe spieren samenwerken. 

Slide 11 - Diapositive

Spieren?!
  • In je lichaam zitten +/- 600 spieren
  • Alle spieren samen vormen het spierstelsel
  • Spieren zitten onder je huid en in organen
  • Het hart is een spier!

Slide 12 - Diapositive

Bouw van spieren


  • Spiercellen vormen spiervezels
  • Groepjes spiervezels vormen spierbundel
  • Om spierbundel zit een vlies
  • Vliezen zijn bij de uiteinden aan elkaar gegroeid (pees)
  • Pezen zitten vast aan botten

Slide 13 - Diapositive

Bouw van spieren
  • Spiervezels - bestaat uit spiercellen; hieruit is een spier opgebouwd, als spiervezels samentrekken dan trekt de spier samen.
  • Spierbundel - groepje spiervezels 
  • Pezen - taaie banden waarmee de spieren aan de botten vastzitten

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Pezen
Pezen verbinden de spieren met de botten.

De plek waar de spier aan het bot vastzit, noem je de aanhechtingsplaats. 

Slide 17 - Diapositive

De pezen van de bicep zitten vast aan de spaakbeen en schouderblad

spaakbeen-------->
<---------opperarmbeen
<------schouderblad

Slide 18 - Diapositive

0

Slide 19 - Vidéo

spier
spierbundel
pees
spiervezel

Slide 20 - Question de remorquage

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 21 - Quiz

Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 22 - Quiz

Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies

Slide 23 - Quiz

Door spieren te trainen worden ze langer.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Bewegen
Bij elke beweging die je maakt, 
zijn tenminste twee spieren nodig 
die samenwerken. 

Buigspieren en strekspieren
Antagonisten = tegenovergestelde 
functie 

Slide 26 - Diapositive

Armbuigspier 
Zit  met pezen vast aan het spaakbeen en schouderblad 

Arm buigen: Kort en dikker
Arm strekken: Lang en smaller
armbuigspier
(biceps)

Slide 27 - Diapositive

Armstrekspier
Zit  met pezen vast aan het ellepijp en schouderblad 

Arm buigen: Lang en dun
Arm strekken: Korter en dikker
armstrekspier
(triceps)

Slide 28 - Diapositive

Buigen en strekken

  • Een spier die samentrekt, wordt korter en dikker.
  • Een spier die ontspannen is, kan langer en dunner worden.


Slide 29 - Diapositive

Buigspier
Trekspier

Slide 30 - Question de remorquage

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 31 - Quiz

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 32 - Quiz

Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..

Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 33 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 34 - Quiz

Opdracht
Maak ONLINE opdrachten 4 & 7 --> bespreking 




timer
5:00

Slide 35 - Diapositive

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Afsluiting
  • Spullen opruimen 
  • Wachten op de bel 

Slide 37 - Diapositive