H2.3 strafrecht: de opsporing

H3 strafrecht: de opsporing
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H3 strafrecht: de opsporing

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat gebeurd er na een misdrijf?

Slide 3 - Diapositive

Stel je voor:
Vera begaat een misdrijf: voorbeeld?
criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan

Vera gaat op de vlucht. Wat mag de politie WEL en NIET doen?

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
in tweetallen de vragen maken

Slide 5 - Diapositive

procedure na een misdrijf:
1. politie verzameld informatie over het strafbare feit
2. De officier van justitie bepaald of er genoeg bewijzen zijn en kan dan alle informatie doorsturen naar de rechter
3. De rechter stelt bij een rechtszaak vast of de verdachte schuldig is



Slide 6 - Diapositive

Wat mag de politie zonder toestemming?
  • staande houden (naam, adres vragen)
  • fouilleren
  • arresteren
  • 9 uur op het bureau vasthouden
  • bewijsmateriaal in beslag nemen

Mag dit zomaar bij iedereen?
Wat is een geweldsmonopolie?

Slide 7 - Diapositive

Maar Vera laat zich niet zomaar arresteren...
De politie mag (alleen met toestemming):
  • een woning binnengaan
  • afluisteren van telefoongesprekken, aftappen internetverkeer
  • preventief fouilleren
  • verdachten langer dan 9uur vasthouden
  • infiltreren bij misdaadorganisaties

welke opsporingsactiviteiten zie je terug in het filmpje van Vera?

Slide 8 - Diapositive

Via de bel geschiedenis van een vriend weet de politie waar Vera zit... Helaas

Slide 9 - Diapositive

Hoe nu verder?
Politie rond het onderzoek af.

Officier van justitie kan de zaak seponeren

OvJ kan transactie (boete of taakstraf) of strafbeschikking aanbieden.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Maar OvJ kan ook Vera vervolgen:
Dossier komt bij rechtbank en er komt een rechtszaak



Slide 12 - Diapositive

Wat is een geweldsmonopolie
A
de politie mag ongelimiteerd geweld gebruiken
B
de politie mag als enige geweld gebruiken

Slide 13 - Quiz

een misdrijf is mishandeling
een overtreding is te hard rijden
A
klopt
B
klopt niet

Slide 14 - Quiz

welke opsporingsactiviteiten mag de politie ZONDER toestemming gebruiken?

Slide 15 - Question ouverte

preventief fouilleren
A
mag alleen in veiligheidsgebieden en met toestemming van de rechter
B
mag de politie ook zonder toestemming van de rechter doen

Slide 16 - Quiz

Wat is een strafbeschikking?
A
een boete betalen
B
wanneer een rechter uitspraak doet
C
Openbaar Ministerie legt zelf een straf op
D
je wordt niet meer vervolgd

Slide 17 - Quiz

Afsluiting
Toets plannen

Slide 18 - Diapositive