Grammatica 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Grammatica I

Lesdoelen

• Aan het einde van de les kan je de pv, het ow, wg en lv in een zin aanwijzen.
• Aan het einde van de les weet je hoe je het mv in een zin moet aanwijzen. 

Programma

• Lezen
• Lesdoelen
• Herhaling
• Theorie
• Verwerking
• Afsluiting

Uit welke delen bestaat de basiszin?

• Wat is de handeling? = werkwoordelijk gezegde
• Wie voert de handeling uit? = onderwerp
• Wie/wat is nodig bij de handeling? = lijdend voorwerp

Hoe vind je ze?

• Persoonsvorm = tijdsproef/getalproef --> eventueel vraagcheck
• Onderwerp = wie/wat + pv
• Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin (ook pv)
• Lijdend voorwerp = ondergaander of wie/wat + ow + gezegde

Zoek de pv, ow, wg en lv
Ik heb gisteren een auto gekocht.

Wat is het meewerkend voorwerp?

• Uitbreiding van de basiszin.
• Wie is de ontvanger?
• Iemand geeft iets/vertelt iets aan iemand.
• Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Voorbeeldzin

• De aanvoerder reikte zijn medespelers de gewonnen bokaal aan.
• Aan wie reikte de aanvoerder de gewonnen bokaal= zijn medespelers

Wat is het meewerkend voorwerp?
Ashantie leent aan niemand haar nieuwe fiets uit.

1. Niemand
2. Aan niemand
3. Haar nieuwe fiets
4. Ashantie

Wel of geen mv?

• Let op het basiszin. Het werkwoord 'vraagt' om iemand die iets ontvangt.
• Je kan het voorzetsel 'aan' weglaten.
• Je kan het voorzetsel 'aan' toevoegen.

Verwerking

• Wat? opdrachten maken
• Hoe? Learnbeat B grammatica 4.2
• Hulp? Buur of docent
• Tijd? vijf min voor einde les
• Klaar? ander schoolwerk

Ik ben met grammatica voldoende bij!

Ja

Twijfel

Nee