Leesmanieren

Leesmanieren
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leesmanieren
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie

Slide 1 - Diapositive

Doel 
Aan het einde van de les kun je zelf de juiste leesmanier kiezen om een tekst te lezen

Slide 2 - Diapositive

4 leesmanieren
1. Zoekend lezen
2. Globaal lezen
3. intensief lezen 
4. Kritisch lezen

Slide 3 - Diapositive

Welke leesmanier gebruik je als je uit een lange tekst een paar dingen wilt weten?

Bijvoorbeeld: wie in 2016 het EK Schaatsen won?
A
globaal lezen
B
kritisch lezen
C
zoekend lezen
D
intensief lezen

Slide 4 - Quiz

Waarom is zoekend lezen hiervoor de beste strategie?

Slide 5 - Question ouverte

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst uit je schoolboek Biologie wilt snappen?

Slide 6 - Question ouverte

Er zijn verschillende handigheidjes (strategieën) die je gebruikt voor grondig lezen! Welke hoort hier niet bij?
A
Voorspellen
B
Samenvatten
C
Concluderen
D
Ophelderen

Slide 7 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je de hoofdzaken uit een tekst wilt halen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 8 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst wilt beoordelen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 9 - Quiz

WAT IS WAAR?
Als ik het 'onderwerp' van een tekst moet benoemen...
A
Gebruik ik één of een paar woorden
B
Kijk ik naar de titel, foto's en plaatjes
C
Lees ik de tekst grondig
D
Kijk ik naar de vetgedrukte alinea's

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Ik heb net gelezen wat de hoofdgedachte is.
Dit is:
A
het resultaat van kritisch lezen
B
Het zegt in 1 zin wat over het onderwerp van de tekst.

Slide 12 - Quiz

Tijdens de toets krijg je vragen over een tekst! Hoe pak je dit aan? Noem drie punten!

Slide 13 - Question ouverte

Hoe pak ik de leestoets aan?
Ik lees de tekst eerst globaal: de titel, de eerste alinea, de kernzinnen van alle alinea's en de laatste alinea.
Daarna lees ik de tekst intensief. Ik ga dus eerst de tekst goed lezen, hiervoor neem ik de tijd.
Daarna kijk ik pas naar de vragen.

Slide 14 - Diapositive

Vrijdag 2 april is de leestoets, wat ga je nog doen?

Slide 15 - Question ouverte

Oefenen?
Ik ga de theorie goed doorlezen zodat ik het kan toepassen. 
Ik ga oefenen met een tekst lezen en vragen beantwoorden:
Tekst 9 op bladzijde 26
Tekst 5 op bladzijde 64
Tekst 12 op bladzijde 76
Tekst 12 op bladzijde 145
Tekst 13 op bladzijde 147

Slide 16 - Diapositive