4F - Voorbereiding mondeling laatste les

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

4F - welkom

Telefoon in de tas

Ga lekker zitten

Na 2 min is het stil - de les begint

Nodig: de documenten voor het mondeling

Een pen om mee te schrijven

Programma - laatste les voor mondeling

Herhalen doelen van het mondeling Nederlands	5 minuten
Lesbrief 1 bespreken	20 minuten
Werken aan Lesbrief 2 'Geschiedenis en betekenis'	15 minuten
Lesbrief 2 nabespreken	15 minuten
Lesafsluiting	5 minuten

Lesdoelen

Na deze les kun je antwoord geven op wat gevraagd kan worden bij het mondeling. 

Na deze les kun je aangeven wat je nog moet doen ter voorbereiding van het mondeling.

Van jullie nodig: aandacht! Actieve les - veel interactie. 

Mondeling - doelen 1 --> VORIGE LES BESPROKEN

Je kent het verhaal 'Poep' en je kunt vragen beantwoorden:

1. Omgeving van het verhaal; welke rol heeft deze omgeving?
2. Tegenstellingen tussen de hoofdkarakters; wat zijn hun kenmerken en wat maakt ze zo verschillend? Waarom is deze tegenstelling belangrijk in het verhaal?
3. Waarom eet eerst de man en daarna de vrouw poep, waar staat dit voor? 

Mondeling - doelen 2 --> Deze les

Je kunt vragen over poëzie beantwoorden:

- Wat is poëzie?

- Waaraan herken je gedichten?

- Wat is een strofe?

- Wat is het ritme in van de gedichten die in de lesbrieven voorkomen?

- Wat is een rijmschema in een gedicht?

- Wat is een Acrostichon?

- Wat was vroeger de functie van een gedicht, en wat is dat nu?

Zorg dat je de gedichten die in de lesbrieven voorkomen goed bestudeert. Er kunnen vragen gesteld worden over strofes, rijmschema's en andere kenmerken. 

Wat is en vind je van poëzie?

DEZE LES: lesbrief 1 en 2 

Lesbrief 1

Lesbrief 1 - ritme (opdracht 3)

Wat vind je van dit gedicht en waarom?

Wat valt op aan het ritme van het gedicht? 

Hoe gebruikt de dichter zijn stem?

Lesbrief 1 - ritme (opdracht 3)

Wat vind je van dit gedicht en waarom?

Wat valt op aan het ritme van het gedicht?

Hoe gebruikt de dichter zijn stem?

Lesbrief 1 - ritme (opdracht 3)

Wat vind je van dit gedicht en waarom?

Wat valt op aan het ritme van het gedicht?

Hoe gebruikt de dichter zijn stem?

Lesbrief 1 - ritme (opdracht 4 )

Hoe is het ritme in 

de taal te zien?

Lesbrief 1 - RIJM

1. Rijmen kan aan het begin, midden of einde van een zin (eindrijm)

2. Van eindrijm kun je rijmschema's maken door letters achter het rijmende woord te zetten. 

3. Gepaarde rijm AABB: het einde van twee zinnen rijmen op elkaar

4. Gekruiste rijm ABAB: de zinnen rijmen om en om

5. Omarmde rijm ABBA: eerste en laatste zin rijmen, net als de middelste. 

Dit zijn de meest voorkomende rijmschema's. Zorg dat je ze kan herkennen. 

Lesbrief 1 - RIJM (opdracht 5)

Welke woorden 

rijmen (of lijken op elkaar)?

Lesbrief 1 - RIJM (opdracht 6)

Wat kun je invullen?

Wat is het rijmschema?

Soort gedicht

LESBRIEF 2

Neem een kwartier om de opdrachten 1 t/m 6 te maken. 

Doe het met aandacht, dat is al de voorbereiding van het mondeling. 

LESBRIEF 2 - geschiedenis en betekenis (opdracht 1 en 2)

LESBRIEF 2 - geschiedenis functie van poëzie vroeger en nu

LESBRIEF 2 - geschiedenis en betekenis (opdracht 3 en 4)

LESBRIEF 2 - hedendaagse poëzie

LESBRIEF 2 - geschiedenis en betekenis (opdracht 5 en 6)

Titel, rijmschema?

Is rap poëzie?

Lesdoelen

Na deze les kun je antwoord geven op wat gevraagd kan worden bij het mondeling. 

Na deze les kun je aangeven wat je nog moet doen ter voorbereiding van het mondeling.

NOG VRAGEN??

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?