Klas 2ACD week 25 H5 quiz

Voordat jullie starten met H6 is het tijd voor de grote H5-quiz!!!
Wat hebben jullie de afgelopen weken geleerd? En hoeveel hebben jullie daarvan onthouden? 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Voordat jullie starten met H6 is het tijd voor de grote H5-quiz!!!
Wat hebben jullie de afgelopen weken geleerd? En hoeveel hebben jullie daarvan onthouden? 

Slide 1 - Diapositive

Informatie die je vindt op internet is altijd betrouwbaar.
A
juist
B
niet juist

Slide 2 - Quiz

Objectief betekent:
A
De auteur verwerkt vooral zijn mening in de tekst
B
De auteur verwerkt voornamelijk feiten in zijn tekst.

Slide 3 - Quiz

"Standpunt" en "mening" zijn synoniemen van elkaar.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 4 - Quiz

sodom en gomorra
A
plaatsen van ernstig geestelijk, moreel en zedelijk verval, bijbel
B
zwerftocht, mythologie
C
zwerftocht, bijbel
D
plaatsen van ernstig geestelijk, moreel en zedelijk verval, mythologie

Slide 5 - Quiz

een roepende in de woestijn
A
iemand die voortdurend waarschuwt voor dreigend gevaar, maar naar wie niet geluisterd wordt, bijbel
B
iemand die voortdurend waarschuwt voor dreigend gevaar, maar naar wie niet geluisterd wordt, mythologie
C
een persoon die zich belangeloos over iemand anders ontfermt, bijbel
D
een persoon die zich belangeloos over iemand anders ontfermt, mythologie

Slide 6 - Quiz

tantaluskwelling
A
een erg naar gevoel omdat iets wat je heel graag wilt, bereikbaar schijnt en toch voor altijd onbereikbaar blijft, bijbel
B
een voortdurend dreigend gevaar, mythologie
C
een voortdurend dreigend gevaar, bijbel
D
een erg naar gevoel omdat iets wat je heel graag wilt, bereikbaar schijnt en toch voor altijd onbereikbaar blijft, mythologie

Slide 7 - Quiz

adamsappel
A
het naar voren uitstekende gedeelte van het schildkraakbeen, bijbel
B
nekplooien, mythologie
C
nekplooien, bijbel
D
het naar voren uitstekende gedeelte van het schildkraakbeen, mythologie

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis en herkomst van onderstaande uitdrukking?

De doos van Pandora
A
Een bron van ellende, bijbel
B
Een cadeau van een mooie vrouw, bijbel
C
Een cadeau van een mooie vrouw, mythologie
D
Een bron van ellende, mythologie

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis en herkomst van onderstaande uitdrukking?

Met argusogen bekijken.
A
Zeer wantrouwend benaderen, bijbel
B
Zeer wantrouwend benaderen, mythologie
C
Verliefd naar iets/iemand kijken, bijbel
D
Verliefd naar iets/iemand kijken, mythologie

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste plaatje (herkomst) bij onderstaande uitdrukking.
Zijn lier aan de wilgen hangen (stoppen met optreden)
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Wie zich opgegeven heeft, wordt zaterdag ook verwacht.


Bovenstaande zin bevat een:

A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
MV-zin

Slide 12 - Quiz

Wie niet op komt dagen, moet ik helaas een onvoldoende geven.

Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
MV-zin

Slide 13 - Quiz

Ik kan niet geloven, dat Edwin en Jolien uit elkaar zijn.

Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
MV-zin

Slide 14 - Quiz

Eindelijk is hij geworden, wie hij altijd al wilde zijn.

Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
ND-zin
C
LV-zin
D
VV-zin

Slide 15 - Quiz

Toen er nog geen computers en tablets waren, leerde iedereen uit boeken.

Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
VV-zin

Slide 16 - Quiz

Wat hij zegt, is niet te bewijzen.

Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
VV-zin

Slide 17 - Quiz

Zij begrijpt niet hoe ze breuken moet vermenigvuldigen.


Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
VV-zin

Slide 18 - Quiz

Mijn broer moest hard leren als hij voor scheikunde een voldoende wilde halen.


Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
VV-zin

Slide 19 - Quiz

Zij doet of ze de baas is.


Bovenstaande zin bevat een:
A
O-zin
B
BWB-zin
C
LV-zin
D
VV-zin

Slide 20 - Quiz

Dat er in de riolen van New York alligators leven, schijnt een onzinverhaal te zijn.
A
leven=zww, schijnt=hww, te zijn=kww
B
leven=zww, schijnt=kww, te zijn=kww
C
leven=hww, schijnt=hww, te zijn= kww
D
leven=zww, schijnt=hww, te zijn=zww

Slide 21 - Quiz

Zulke films tonen het wereldeinde in de vorm van een ramp.
A
Zulke=bijv.nw, tonen=zww, in=vz
B
zulke=aanw.vnw, tonen=zww, in=vz
C
zulke=bijv.nw, tonen=kww, in=vz
D
zulke=aanw. vnw, tonen=hww, in=vz

Slide 22 - Quiz

Laten we elkaar iets beter behandelen.
A
elkaar=wkd vnw, we=pers.vnw, iets=onbep.vnw
B
elkaar=wkd. vnw we=pers. vnw iets=znw
C
elkaar=wkg vnw we=pers. vnw iets=onbep. vnw
D
elkaar=wkg vnw we=bez. vnw iets=onbep. vnw

Slide 23 - Quiz

ik lees graag harry potterboeken als ik in de kerstvakantie op vlieland ben.
A
Ik, Harry Potterboeken, Vlieland
B
Ik, Harry Potterboeken, Kerstvakantie, Vlieland
C
Ik, Harry potterboeken, Kerstvakantie, Vlieland
D
Ik, Harry potterboeken, Vlieland

Slide 24 - Quiz

lianna drinkt in de zomer het liefst cola met een rietje.
A
Lianna, Zomer, Cola
B
Lianna, Cola
C
Lianna, Zomer
D
Lianna

Slide 25 - Quiz

in de middeleeuwen was er in rusland nog geen sprake van marxisme.
A
In, Middeleeuwen, Rusland, Marxisme
B
In, Rusland
C
In, Middeleeuwen, Rusland
D
In, Rusland, Marxisme

Slide 26 - Quiz

mevrouw j. de jong - willems houdt van de film 'grease'.
A
Mevrouw, J. De, Jong, Willems, 'Grease'
B
Mevrouw, J. 'Grease'
C
Mevrouw, De, Jong, Willems
D
Mevrouw, J. Jong, Willems, 'Grease'

Slide 27 - Quiz

23 leerlingen zitten er in de klas van de zuid-afrikaans werner.
A
Leerlingen, Zuid-Afrikaanse, Werner
B
Zuid-Afrikaanse, Werner
C
Leerlingen, Zuid-afrikaanse, Werner
D
Zuid-afrikaanse, Werner

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive