5.7 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 5

In vorm

Pak je spullen erbij en log in.

Daarna pak je je leesboek en gaan we lezen. 

Lesopbouw:

Absentie

Hfst overzicht

Doel vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Vol Spanning

Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 3: Lezen

Les 4: Schrijven en formuleren

Les 5: Woorden

 

Daarna Toets Thema 5 in de toetsweek

Les 6: Spreken, kijken en luisteren

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling: 

Les 9 Media en onderzoek

5.6 Doel van de les

Je weet hoe je iets moet na vertellen. 

Wat hebben we vorige les gedaan?

5.7 grammatica

Ik weet hoe ik een bijvoeglijk naamwoord vindt. 

Ik weet hoe ik een voorzetsel vindt. 

Ik weet hoe je telwoorden vindt. 

Wat weten we al: 

lidwoorden

werkwoorden

zelfstandige naamwoorden

Wat zijn de lidwoorden?

Noem een aantal werkwoorden:

Noem een aantal zelfstandige naamwoorden:

Wat is in de onderstaande zin het zelfstandig naamwoord?
Wij verplaatsen de kast.

Wat is in de onderstaande zin het werkwoord?
Wij verplaatsen de kast.

Wat is in de onderstaande zin het lidwoord?
Wij verplaatsen de kast.

Wat is in de onderstaande zin het zelfstandig naamwoord?
Op de duinen in Den Haag zijn veel wandelpaden.

Wat is in de onderstaande zin het werkwoord?
Op de duinen in Den Haag zijn veel wandelpaden.

Wat is in de onderstaande zin het lidwoord?
Op de duinen in Den Haag zijn veel wandelpaden.

Wat weten we al: 

Vind je dit nog lastig???

Ga naar Malmberg en naar versterk jezelf. 

lidwoorden

werkwoorden

zelfstandige naamwoorden

5.7 grammatica Doel

Ik weet hoe ik een bijvoeglijk naamwoord vindt. 

vb: het bruine hondje

Ik weet hoe ik een voorzetsel vindt. 

vb: achter de kast

Ik weet hoe je telwoorden vindt. 

vb: vier, honderd, eerste, duizendste

5.7 Grammatica: Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Het bruine hondje...... bruine zegt iets over de kleur van de hond.

Moeilijke sommen..... moeilijke zegt iets over de sommen. 

een raar gesprek.... raar zegt iets over het gesprek. 

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de onderstaande zin:
De zwarte kast staat in de woonkamer.

1. De kast
2. zwarte
3. staat
4. in de woonkamer

De felle zon schijnt buiten.
Wat is de bn?

1. De zon
2. schijnt
3. felle
4. buiten

Nu jij! Maak eens een korte zin met een bijvoeglijk naamwoord (bn)

Nu jij! Maak eens een korte zin met een bijvoeglijk naamwoord (bn)

Aan de slag

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 blz 108

Klaar: Leren WOORDEN via de online woordentrainer

Bespreken opdrachten

blz 108 en 109

5.7 grammatica Doel

Ik weet hoe ik een bijvoeglijk naamwoord vindt. 

vb: het bruine hondje

Ik weet hoe ik een voorzetsel vindt. 

vb: achter de kast

Ik weet hoe je telwoorden vindt. 

vb: vier, honderd, eerste, duizendste

5.7 grammatica Doel

Voorzetsel zijn woorden zoals: na, tijdens, vanwege, door, van, voor.

Je kan een ezelsbruggetje gebruiken: 

Voor het vinden van een voorzetsel kan je de kast of de vakantie gebruiken. 

na de vakantie, tijdens de vakantie, vanwege de vakantie, 

door de kast, van de kast, voor de kast

Welk woord is het voorzetsel?
Op de tafel ligt een boek.

1. Op
2. de, een
3. boek, tafel
4. ligt

Welk woord is het lidwoord?
Op de tafel ligt een boek.

1. Op
2. de, een
3. boek, tafel
4. ligt

Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
Op de tafel ligt een boek.

1. Op
2. de, een
3. boek, tafel
4. ligt

Aan de slag

Maak opdracht 5, 6, 7 en 8 op blz 109, 110

Klaar: Leren WOORDEN via de online woordentrainer

Bespreken opdrachten

blz 109 en 110

5.7 grammatica Doel

Ik weet hoe ik een bijvoeglijk naamwoord vindt. 

vb: het bruine hondje

Ik weet hoe ik een voorzetsel vindt. 

vb: achter de kast

Ik weet hoe je telwoorden vindt. 

vb: vier, honderd, eerste, duizendste

5.7 grammatica Doel

Telwoorden (tw): middelste, eerste, laatste, twee, tien

Tijdens Nederlands schrijf je telwoorden in letters en niet in cijfers. Dus je schrijft vijftien en niet 15!!!!

Telwoorden (tw) geven een hoeveelheid aan. 

Aan de slag

Maak opdracht 9, 10, 11 en 12 blz 111 en 112. 

Klaar: Leren WOORDEN via de online woordentrainer

Bespreken opdrachten

blz 111 en 112

Maak Test Jezelf Grammatica

Via magister, malmberg... hfst 5, en dan 5.7 Grammatica, onderaan. 

Klaar: Versterk Jezelf

5.7 grammatica Doel

Ik weet hoe ik een bijvoeglijk naamwoord vindt. 

vb: het witte hondje

Ik weet hoe ik een voorzetsel vindt. 

vb: op de kast

Ik weet hoe je telwoorden vindt. 

vb: vier, honderd, eerste, duizendste

Ik zoek onder de bank naar twee witte blaadjes.
Wat zijn de lw?

Ik zoek onder de bank naar twee witte blaadjes.
Wat zijn de lw?

Ik zoek onder de bank naar twee witte blaadjes.
Wat is het vz?

Ik zoek onder de bank naar twee witte blaadjes.
Wat zijn de zn?

Ik zoek onder de bank naar twee witte blaadjes.
Wat is het bn?

5.7 grammatica

Bedankt!