grammatica 5.7 (1BB)

Nederlands


grammatica 5.7
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Nederlands


grammatica 5.7

Slide 1 - Diapositive

lesdoel 5.7
  • je leert wat een bijvoeglijk naamwoord is
  • je leert wat een voorzetsel is
  • je leert wat een telwoord is

Slide 2 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn).
bijvoorbeeld: de hond - de blaffende hond
                                         de lieve hond
hond is een zelfstandig naamwoord en blaffende en lieve zegt iets over de hond. 
blaffende en lieve is dus een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

voorzetsel
Een voorzetsel (vz) kun je gebruiken 
om aan te geven waar iets is.
bijvoorbeeld: 
op, in, uit, onder, boven, tussen, achter, voor, naast, bij, om, van

je kunt de kast als hulpmiddel gebruiken (in de kast, op de kast, boven de kast, achter de kast, uit de kast enz.)

Slide 5 - Diapositive

voorzetsel (vervolg)
Maar ook woorden die aangeven wanneer iets is, zoals: 
na, tijdens, vanwege, sinds, gedurende
zijn voorzetsels.

Je kunt dan de de vakantie  als hulpmiddel gebruiken:
vanwege de vakantie, tijdens de vakantie, gedurende de vakantie, sinds de vakantie enz.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

telwoorden
Telwoorden (tw) zijn woorden die een aantal of hoeveelheid aangeven. 

Bijvoorbeeld: 
vier, honderd, veel, eerste, derde, duizendste, middelste, laatste.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

tot slot
vergeet niet om:
de leerteksten en filmpjes van 4.7 te bekijken
en om
de opdrachten van 4.7 te maken in Talent

Je huiswerk staat dagelijks in Magister én wordt gecontroleerd.
Heb je vragen, chat of bel dan met je docent in Teams.

Slide 10 - Diapositive