Westenwinden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Onstuimig, nat én zacht: vaker razende westenwind door klimaatverandering

Wind

Het globale windsysteem

Begint bij hoge en lage drukgebieden op aarde

Hierbij weten we dat wind van hoog naar laag waait.

Dus wind gaat van H-->L

De hoge en lage drukgebieden op aarde zijn als volgt verdeeld: 

• 0 graden: Laag drukgebied
• 30 graden: hoog drukgebied
• 60 graden: laag drukgebied
• 0 graden: hoog drukgebeid

Het globale windsysteem

Dus wind H --> L

Echter draait de aarde zelf ook. Door deze draaiing buigt de wind af.

Op het Noordelijk halfrond buigt de wind naar Rechts af en op het zuidelijk halfrond naar Links.

Dit fenomeen noemt met het Corioliseffect.

Het globale windsysteem

Wind buigt dus af door het Corioliseffect. Op het Noordelijk halfrond naar Rechts en op het zuidelijk halfrond naar Links.
Deze windstromen hebben ook namen gekregen:

• Rond de evenaar: Passaten
• Tussen 30-60: Westenwinden
• Tussen 60-90: poolwinden

Het globale windsysteem

De gebieden tussen de verschillende breedtes noemt men cellen. Deze hebben allemaal een eigen naam: 

• Tussen 0-30: Hadleycel
• Tussen 30-60: Ferrelcel
• Tussen 60-90: polairecel

Het globale windsysteem

Als we dit ook nog invullen Komt ons systeem van de aarde er zo uit te zien.

Belangrijk hierbij is de wet van Buys Ballot

• Corioliseffect
• Wind gaat van H --> L

Straalstromen

Een zeer sterke wind die op 9 a 10 kilometer waait met meer dan 100 km/h van west naar oost, maar deze kan door kronkels ook naar het noorden of zuiden bewegen.

Deze is enkele duizenden kilometers lang en maar en maar enkele honderden kilometers breed, dus heel erg langerekt.

Straalstromen

Straalstromen zijn erg belangrijk voor ons weer. Deze kan namelijk in onze omgeving Wind mee nemen vanuit het noorden, deze is dan koud. Of juist vanuit het zuiden, die is dan juist warm.

Wanneer de straalstroom direct over ons heen loopt krijgen we ook te maken met harde wind en veel neerslag.

Straalstromen

Straalstromen onstaan door verschillen in druk die onstaan door de grote temperatuurverschillen tussen de evenaar en de polen. 

Ze ontstaan tussen de verschillende cellen bij het grote windsysteem.

Straalstromen

Straalstromen gaan niet in een rechten lijn maar ze slingeren.

Hoe erg ze slingeren hangt af van de snelheid van de straalstroom en dus de temperatuurverschillen waardoor deze onstaat.

• Bij hoge temperatuurverschillen heeft de straalstroom een hoge snelheid en slingert deze weinig
• Bij lage temperatuurveschillen heeft de straalstroom een lage snelheid en slingert deze veel.

Op welke manier kan een straalstroom zorgen voor koud of juist warm weer?

Breedtegraden

Namen cellen

Zet de juiste cel bij de juiste breedtegraad

Rond de evenaar

Tussen 30-60 graden

Tussen 60-90 graden

Ferrelcel

Hadleycel

Polaire cel

Verwacht je overwegend koud of warm weer aan de hand van bijgevoegd plaatje?