Op niveau - LRN-line online - spelling - blok 4 - oefentoets

Op niveau - LRN-line online - spelling - blok 4 - oefentoets
Oefentoets spelling blok 4
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Op niveau - LRN-line online - spelling - blok 4 - oefentoets
Oefentoets spelling blok 4

Slide 1 - Diapositive

Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd;

Mijn vader … (sproeien) de tuin, terwijl mijn moeder de rozen … (snoeien).

Slide 2 - Question ouverte

Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd;

Jeffrey … (berekenen) hoeveel Iris … (uitsparen) door thuis te blijven.

Slide 3 - Question ouverte

Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd;

Busra … (nodigen) alle meisjes uit, omdat ze iedereen leuk … (vinden).

Slide 4 - Question ouverte

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;

Wij rugbyden / rugbieden met plezier.

Slide 5 - Question ouverte

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;

Dj Boris rapte / rappte de hele avond.

Slide 6 - Question ouverte

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;

We relaxten / relaxden op de bank.

Slide 7 - Question ouverte

Neem de zinnen over.
Voeg komma’s toe waar dat nodig is;

Ik houd van patat pizza en pannenkoeken.

Slide 8 - Question ouverte

Neem de zinnen over.
Voeg komma’s toe waar dat nodig is;

Joyce gaat vandaag zwemmen omdat het heerijk weer is.

Slide 9 - Question ouverte

Neem de zinnen over.
Zet de zinnen in de directe rede.
Voeg ook hoofdletters en noodzakelijke leestekens toe.

Marloes zegt eerst gaan we lekker eten.

Slide 10 - Question ouverte

Neem de zinnen over.
Zet de zinnen in de directe rede.
Voeg ook hoofdletters en noodzakelijke leestekens toe.

Ze ziet een ober en zegt we willen een voor- en een hoofdgerecht.

Slide 11 - Question ouverte

Neem de zinnen over.
Zet de zinnen in de directe rede.
Voeg ook hoofdletters en noodzakelijke leestekens toe.

Nadia vraagt ben je bang dat je te weinig krijgt?

Slide 12 - Question ouverte

Noteer het juiste bijvoeglijke naamwoord;

de … (verliezen) armband

Slide 13 - Question ouverte

Noteer het juiste bijvoeglijke naamwoord;

de … (kleuren) plavuizen

Slide 14 - Question ouverte

Noteer het juiste bijvoeglijke naamwoord;

het … (vervuilen) gebouw

Slide 15 - Question ouverte

Noteer het juiste bijvoeglijke naamwoord;

het … (bouwen) huis

Slide 16 - Question ouverte