Spelling blok 2-5 les 3

Nederlands

Lezen
Spelling
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands

Lezen
Spelling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Spelling
bijvoeglijk naamwoorden (blok 2)
meervouden van zelfstandig naamwoorden (blok 3)
dicteewoorden op een r- of p-klank (apart/appart, herinneren/herrinneren, blok 3)
samenstellingen (blok 4)
verwijswoorden met of zonder 'n' (beide/beiden, blok 4)
interpunctie (leestekens, blok 5)
komma's (blok 5)

dicteewoorden (blok 2 - 5)

Slide 3 - Diapositive

Spelling
bijvoeglijk naamwoorden (blok 2)
meervouden van zelfstandig naamwoorden (blok 3)
dicteewoorden op een r- of p-klank (apart/appart, herinneren/herrinneren, blok 3)
samenstellingen (blok 4)
verwijswoorden met of zonder 'n' (beide/beiden, blok 4)
interpunctie (leestekens, blok 5)
komma's (blok 5)

dicteewoorden (blok 2 - 5)

Slide 4 - Diapositive

meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Diapositive

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
ski
A
Skiën
B
Ski's

Slide 6 - Quiz

Welk zelfstandig naamwoord heeft geen meervoud?
A
reis
B
meisje
C
rijst
D
les

Slide 7 - Quiz

Als zelfstandige naamwoorden in het meervoud staan, is het lidwoord:....
A
de
B
het
C
een
D
deze

Slide 8 - Quiz

Het eerste deel van de samenstelling ... 
is geen zelfstandig naamwoord
heeft geen meervoud
heeft alleen een mv op -s
platteland
bezinegeur
hogeschool
tarwebrood
douchekraan
aspergesoep

Slide 9 - Question de remorquage


Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
monnik
A
Monnikken
B
Monniken

Slide 10 - Quiz


Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
Paragraaf
A
Paragrafen
B
Paragraven

Slide 11 - Quiz

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 12 - Quiz

Er zijn zelfstandige naamwoorden zonder meervoud.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord dat op EAU eindigt (zoals 'bureau') krijgt altijd 's.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz


Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Welke is juist?
A
kopie - kopieën
B
kopie - kopiën

Slide 15 - Quiz

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 16 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie
A
Kniën
B
Knies
C
Knieën

Slide 17 - Quiz

In het Nederlands kan je oneindig lange woorden maken, dat noemen we samenstellingen. 

Soms is het nodig om dan een -s, -e of -en ertussen te zetten. 

meervoudigepersoonlijkheidsstoornis 

Samenstellingen

Slide 18 - Diapositive

Leg uit: wat is het betekenisverschil tussen:
stommefilmacteur / stomme filmacteur

Slide 19 - Question ouverte

-S in samenstelling?
- hoor je een -s? Dan schrijf je hem ook. 
- weet je het niet zeker? Vervang dan het tweede deel door een ander woord 

passagiersschip > passagierstrein 

Slide 20 - Diapositive

-en in samenstelling?
- heeft het eerste deel een zn dat alleen een meervoud heeft op - en, dan schrijf je ook -en. 

Vriend = vrienden
Dus vriendendienst
Ziekte = ziekten / ziektes
Dus ziektekiem

Slide 21 - Diapositive

Let op: uitzonderingen geen tussen - n

1. Als het de originele betekenis van het eerste deel niet meer te herkennen is. Het is eigenlijk een versteende uitdrukking geworden:  schattebout, zielepoot, bakkebaard, ruggespraak, ruggegraat, hartedief

2. Ook geen tussen -n als het eerste deel uniek is, bijvoorbeeld: zonnepanelen, koninginnedag,  zonneschijn, maneschijn

Slide 22 - Diapositive

Leg uit:
waarom schrijf je hondenhok (met tussen -n) maar ziektekiem (zonder tussen -n)

Slide 23 - Question ouverte

Welke zijn correct geschreven?

A
maneschijn
B
boekeplank
C
hondenhok
D
ruggenspraak

Slide 24 - Quiz

welke is juist?
A
zonnenpaneel
B
zonnepaneel

Slide 25 - Quiz

Spelling: al gemaakt

bijvoeglijk naamwoorden (blok 2)
Op Niveau Online > Blok 2 > Spelling > 2.10 Bijvoeglijk naamwoorden > opdracht 4

dicteewoorden op een r- of p-klank
Op Niveau Online > Blok 3 > Spelling > 3.9 Lastige letters > opdracht 7 en 8

verwijzingen met of zonder 'n'
Op Niveau Online > Blok 4 > Spelling > 4.9 Meeste of meesten? > opdracht 4 en 5

dictee blok 2 en 3
Op Niveau Online > Blok 2 of 3 > Spelling > dictee

Spelling: maken

meervouden van zelfstandig naamwoorden
Op Niveau Online > Blok 3 > Spelling > 3.8 meervouden > opdracht 5 en 6

dictee blok 4
Op Niveau Online > Blok 4 > Spelling > dictee

samenstellingen
Op Niveau Online > Blok 4 > Spelling > 4.8 samenstellingen > opdracht 3




Slide 26 - Diapositive