34. 21-12-2021 gustar
1 / 17
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
timer
1:30
1. Vertaling gustar
2. Wanneer gusta?
3. Wanneer gustan?
2. Wanneer gusta?
3. Wanneer gustan?
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat is de Nederlandse vertaling
van het werkwoord gustar?
van het werkwoord gustar?
timer
0:30
Slide 13 - Question ouverte
Welke vervoeging van het werkwoord gustar
hoort er op de open plek?
A mis padres ___ _____ los chocolates.
hoort er op de open plek?
A mis padres ___ _____ los chocolates.
timer
0:30
Slide 14 - Question ouverte
Welke vervoeging van het werkwoord gustar
hoort er op de open plek?
A mí no ___ _____ la pasta.
hoort er op de open plek?
A mí no ___ _____ la pasta.
timer
0:30
Slide 15 - Question ouverte
Aan het einde van de les:
1. Weet ik de Nederlandse vertaling van het werkwoord gustar;
2. Kan ik het werkwoord gustar op de juiste wijze vervoegen en toepassen (evt met behulp van aantekening)
1. Weet ik de Nederlandse vertaling van het werkwoord gustar;
2. Kan ik het werkwoord gustar op de juiste wijze vervoegen en toepassen (evt met behulp van aantekening)
A
Beide leerdoelen behaald
B
Beide leerdoelen niet behaald
C
Leerdoel 1 behaald
D
Leerdoel 2 behaald
Slide 16 - Quiz
1. Wat ging er goed?
2. Noteer iets waar je nog extra aandacht aan wil besteden of iets anders wat je kwijt wil over deze les.
2. Noteer iets waar je nog extra aandacht aan wil besteden of iets anders wat je kwijt wil over deze les.
