Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welke opdrachten van het huiswerk vond je lastig?
Slide 1 - Question ouverte
Transformator
Slide 2 - Diapositive
wat kan een transformator
A
Lampen schakelen
B
De frequentie wijzigen
C
Elektrische spanning transformeren
D
Kortsluiting voorkomen
Slide 3 - Quiz
Rekenvraag
Een adapter transformeert de Amerikaanse lichtnetspanning van 120 V naar de Europese 230 V. De secundaire spoel van de transformator heeft 100 wikkelingen. Hoeveel keer zit de koperdraad om de primaire spoel gewikkeld?
Slide 4 - Diapositive
Vermogen
Het vermogen geeft aan hoeveel (elektrische) energie een apparaat per seconde gebruikt.
1 W = 1 J/s
Slide 5 - Diapositive
Elektrische apparaten Vermogen
1
2
Slide 6 - Diapositive
Hoog of laag vermogen?
800 tot 2600 W
164 W
1000 W
2400 W
50 W
Slide 7 - Diapositive
Vermogen berekenen
Slide 8 - Diapositive
Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Vidéo
De ideale transformator
Maar ook het vermogen is voor beide spoelen hetzelfde.
UsUp=NsNp
Pp=Ps
Up⋅Ip=Us⋅Is
Slide 11 - Diapositive
Vermogen =
X
......................
........................
Tijd
Windingen
Stroomsterkte
Spanning
Slide 12 - Question de remorquage
Maak opdracht 10 en 11
timer
5:00
A
Ik heb de opdrachten af!
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Energieverbruik berekenen
E=P⋅t
Slide 15 - Diapositive
.............................. = .............................. x ..............................
Energie
Vermogen
Tijd
Watt
Seconde
Joule
s
J
W
Slide 16 - Question de remorquage
De joule als eenheid
Met 1 joule kun je niet veel doen.
Daarom gebruik je meestal kJ of MJ.
In een huis wordt energie verbruik niet in joule gemeten maar in kWh. (kWh meter)
Slide 17 - Diapositive
Zoek het vermogen van 5 apparaten op.
Bereken voor elk apparaat:
Hoeveel energie verbruik je in 1 minuut?
Hoelang kan je het apparaat gebruiken voordat je 1 kwh verbruikt hebt?
Wat is de stroomsterkte door het apparaat als je het apparaat aansluit op het stopcontact?
timer
15:00
Slide 18 - Diapositive
Welke apparaat verbruikt de meeste energie in 1 minuut?
Slide 19 - Question ouverte
Welk apparaat kan je het langst gebruiken met 1 kwh?