Huishoudelijk werk en opvoedingstaken vallen onder de noemer:
A
Arbeid
B
Vrijwilligerswerk
C
Hobby
D
Onbetaald werk
1 / 39
suivant
Slide 1: Quiz
WelzijnMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Huishoudelijk werk en opvoedingstaken vallen onder de noemer:
A
Arbeid
B
Vrijwilligerswerk
C
Hobby
D
Onbetaald werk
Slide 1 - Quiz
Lichamelijke en geestelijke inspanning die tot doel heeft een product te leveren is een vorm van:
A
Arbeid
B
Vrijwilligerswerk
C
Onbetaald werk
D
Hobby
Slide 2 - Quiz
Bij arbeidsmatige dagbesteding wordt vaak gewerkt aan verschillende doelen. Wat is GEEN doel bij een arbeidsmatige dagbesteding?
A
Leren samenwerken
B
Gevoel van zorgeloosheid, plezier en genoegen creëren
C
Het ontdekken van mogelijkheden.
D
Het ontwikkelen of op peil houden van vaardigheden
Slide 3 - Quiz
Rehabilitatie is een vorm van begeleiding waarbij de focus ligt op het weer mee kunnen doen in de maatschappij.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Vanaf de jaren 1930 werd supported-employment steeds vaker ingezet om cliënten uitleg te geven over hun werk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Sociaal ondernemen betekent dat de cliënt zichzelf accepteert zoals hij is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De methode ‘het INAA model’, wat bij sociaal ondernemen hoort, staat voor Inclusion, Natural, Anticipatory en Attitude
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
In de toekomst krijgen steeds meer zorginstellingen zogenoemde dagactiviteitencentra(DAC’s) op hun eigen terrein.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Dagbesteding wordt ruimer aangeboden; elke doelgroep heeft een eigen vorm van dagbesteding zodat ze van elkaar kunnen leren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Deelnemers krijgen tegenwoordig steeds meer ruimte om de dagbesteding vorm te geven
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Stelling I: Een tegenprestatie is een betaalde maatschappelijke nuttige activiteit voor zowel de samenleving als voor de persoon zelf. Stelling II: Werken op een zorggerichte zorgboerderij betekent dat je niet alleen verantwoordelijk bent voor je cliënt, maar ook voor de dieren.
A
I is juist en II is onjuist.
B
I is onjuist en II is juist.
C
I en II zijn juist.
D
I en II zijn onjuist.
Slide 11 - Quiz
De afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft in combinatie met zijn/haar wensen en behoeften en de aangeboden arbeidsmatige dagbesteding of werk, noemen we:
A
Inclusie
B
Empowerment
C
Passende dagbesteding
Slide 12 - Quiz
Verschillen worden geaccepteerd, iedereen heeft dezelfde rechten en plichten. Gelijke waardering van alle individuen.
A
Inclusie
B
Empowerment
C
Passende dagbesteding
Slide 13 - Quiz
Het stimuleren van cliënten om zelf verantwoordelijkheid te dragen en zelfredzaamheid te tonen, oftewel het verwerven en in stand houden van een plek in de samenleving.
A
Inclusie
B
Empowerment
C
Passende dagbesteding
Slide 14 - Quiz
De stof wordt in een vaste volgorde aangeboden, waarbij voor het oefenen altijd gebruik wordt gemaakt van rollenspelen.
A
Liberman-methode
B
Psycho-educatie
Slide 15 - Quiz
De werkwijze is bedoeld als middel om cliënten en hun omgeving uitleg te geven over hun aandoening
A
Liberman-methode
B
Psycho-educatie
Slide 16 - Quiz
Tijdens een scholing leren cliënten en hun omgeving vaardigheden om hun eigen leven in handen te nemen.
A
Liberman-methode
B
Psycho-educatie
Slide 17 - Quiz
Het programma bestaat uit het gestructureerd bundelen van kennis enerzijds en het herkennen en erkennen van wat er wordt ervaren anderzijds.
A
Liberman-methode
B
Psycho-educatie
Slide 18 - Quiz
Wanneer een cliënt problemen ervaart bij de zorg voor zichzelf en niet in staat is op eigen kracht en naar eigen vermogen zelf zorg te dragen voor de eigen zelfzorg, dan hebben we het over:
A
Liberman-methode
B
Psycho-educatie
C
Zelfzorgtekort
D
Inclusie
Slide 19 - Quiz
Cliënt Anke stofzuigt één keer per week en draait twee keer per week haar was. Hoort bij:
A
ADL
B
HDL
C
ADML
D
Inclusie
Slide 20 - Quiz
Het zelfstandig in de samenleving functioneren. Hoort bij:
A
ADL
B
HDL
C
ADML
D
Inclusie
Slide 21 - Quiz
De afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft, in combinatie met zijn/haar wensen en behoeften en de aangeboden arbeidsmatige dagbesteding of werk.
A
Passende dagbesteding
B
Psycho-educatie
C
Inclusie
D
Liberman-methode
Slide 22 - Quiz
Verschillen worden geaccepteerd, iedereen heeft dezelfde rechten en plichten. Gelijke waardering van alle individuen.
A
Passende dagbesteding
B
Psycho-educatie
C
Inclusie
D
Liberman-methode
Slide 23 - Quiz
Het stimuleren van cliënten om zelf verantwoordelijkheid te dragen en zelfredzaamheid te tonen oftewel het verwerven en in stand houden van een plek in de samenleving.
A
Passende dagbesteding
B
Vraaggericht werken
C
Inclusie
D
Empowerment
Slide 24 - Quiz
Welke stelling is niet waar?
A
Bij community theatre vervullen maatschappelijk werkers de hoofdrollen
B
Een themadag kan houvast geven aan een tijdsbeeld
C
Een voorbeeld van een themagerichte activiteit is het inzetten van de krant
D
Met wijktheater kun je jezelf en buurtgenoten ontmoeten. Dit kan tot inclusie leiden
Slide 25 - Quiz
Welke vaardigheid van de negen vaardigheden die er zijn leer je NIET tijdens de SOVA training van Goldstein?
A
Reageren op kwaadheid
B
Opkomen voor je mening
C
Kritiek geven
D
Contacten onderhouden
Slide 26 - Quiz
Stelling 1: Een imiterend rollenspel gaat vooraf aan een anticiperend rollenspel Stelling 2: Sensopathische activiteiten zijn belevingsgerichte activiteiten waarbij het vooral om zintuigen draait
A
1 is juist en 2 is onjuist
B
1 is onjuist en 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist
Slide 27 - Quiz
In deze training geef je aan dat je een ander niet dichterbij wilt laten komen
A
Agressiereguleringstraining
B
Arbeidstraining
C
Territoriumoefening
D
Weerbaarheidstraining
Slide 28 - Quiz
In deze training ligt het accent op het voorkomen en hanteren van crisissituaties.
A
Agressiereguleringstraining
B
Arbeidstraining
C
Territoriumoefening
D
Weerbaarheidstraining
Slide 29 - Quiz
In deze training leert een cliënt om te gaan met dat de basis van gelijkwaardigheid en de bereidheid tot wederzijds respect er vaak niet zijn.
A
Agressiereguleringstraining
B
Arbeidstraining
C
Territoriumoefening
D
Weerbaarheidstraining
Slide 30 - Quiz
In deze training leert een cliënt voor zichzelf opkomen in alledaagse situaties.
A
Zelfstandigheidstraining
B
Arbeidstraining
C
Assertiviteitstraining
D
Weerbaarheidstraining
Slide 31 - Quiz
Dansen, musiceren en schilderen zijn voorbeelden van uitdrukkingsmiddelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Koken als hobby valt niet onder dagbesteding
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
Spelletjes kunnen ook educatief zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Tijdens sporten worden afbraakstoffen aangemaakt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Voor vrijetijdsbesteding zijn minder vaardigheden nodig dan voor werk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
Het wedstrijdelement kan mensen stimuleren om ergens enthousiast aan mee te doen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
Voor het spelen van een bordspel heb je kwaliteiten nodig, zoals lef en creativiteit.