AVR P2 L10 ##Nog niet af## Onderhouden Artikelpresentaties herhaling, toets en spel

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 02 
Onderhouden Artikelpresentaties

Les 10
Herhaling, toets en spel





Hier niet drukken!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Assistent Verkoop & Logistiek
Periode 02 
Onderhouden Artikelpresentaties

Les 10
Herhaling, toets en spel





Hier niet drukken!

Slide 1 - Diapositive


1: Respect
2: Kom op tijd
3: Laptop, boeken en pen mee
4:  Alleen flesje water (geen eten/drinken in lokaal)
5: Geen petten, mutsen en capuchons
6: Telefoon



Afspraken/regels in de klas
Is de les al begonnen? Wacht dan VOOR het lokaal in het zicht van de docent. Zodra de docent het aangeeft mag je naar binnen. 
Gebruik mobiele apparaten alleen wanneer de docent dit aangeeft. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 3 - Carte mentale

Vorige les Les 09 Cadeau inpakken


Lesdoelen:
  • Student kan een cadeau inpakken
  • Student gaat een cadeauverpakking maken

Waarom geven mensen cadeaus?
  • liefde te tonen
  • om iets te vieren
  • iemand te bedanken/iemand te belonen
  • vriendschappen met elkaar op te bouwen
  • onderlinge band te verstevigen
  • om bepaalde zaken voor elkaar te krijgen
  • wederkerigheid op – geef iets en je krijgt iets terug in een dienst of gunst.






Waarom geven winkels cadeaus?
Dit wordt vaak gedaan om klantenbinding te bevorderen en merkloyaliteit op te bouwen.
  • Voetbalplaatjes
  • McDonalds Happy Meal,
  • Spaaracties

Inpakken is een extra service van de winkel aan de klant.
Cadeaus inpakken is een vorm van klantenbinding. 


Slide 4 - Diapositive

Lesdoel


  • Student herhaalt lesstof 
  • Student maakt toets om kennis te testen over periode 2
  • Student doet spel om kennis te herhalen

Les01 Terugblik Periode 1 Ontvangen en opslaan van goederen
Les02 Criminaliteit± Overval in de detailhandel
Les03 Criminaliteit± Geweld en agressie in de detailhandel
Les04 Werkzaamheden Assistent + Verzorgde uitstraling
Les05 Winkelinterieur & Artikelen presenteren
Les06 Artikelen bijvullen + Verpakkingen
Les07 Buitenopdracht Winkelinterieur
Les08 Winkelexterieur incl. buitenopdracht
Les09 Cadeau inpakken




Slide 5 - Diapositive

LessonUp Quiz
20 vragen over lessen van periode 2

Wie weet het meeste en is het snelst met het geven van de antwoorden?


Slide 6 - Diapositive

Wat is een preventieve maatregel om een overval te voorkomen?
A
RAAK: Rust Accepteren Afgeven Kijken
B
GOAL: Groeten Oogcontact Aanspreken Luisteren
C
BHGW: Breng Het Geld Weg
D
RAAL: Rust Accepteren Aanspreken Luisteren

Slide 7 - Quiz

Preventief (om te voorkomen)
Dit doe je als je overvallen wordt

Slide 8 - Diapositive

Er zijn verschillende soorten overvallen.
Wat is geen soort overval?
A
Hit en run overval
B
Openingsoverval
C
Sluitingsoverval
D
Weekendoverval

Slide 9 - Quiz

Wat is een overval?
A
dieven gebruiken een vuurwapen
B
dieven dreigen of gebruiken geweld.​
C
dieven verrassen de winkel
D
dieven stelen artikelen

Slide 10 - Quiz

Wie kunnen er na een overval of traumatische gebeurtenis hulp vragen bij slachtofferhulp?
A
Werknemers en eigenaren
B
Werknemers en getuigen
C
Werknemers, eigenaren en getuigen
D
Werknemers, eigenaren, getuigen en andere betrokkenen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Als je klanten moet aanspreken op ongewenst gedrag, doe dat dan
A
duidelijk, vriendelijk en zonder bedreigend te zijn
B
sta direct voor de klant, spreek luid en duidelijk
C
pak de klant bij de arm en leg de regels uit
D
samen met de politie

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van de-escaleren?
A
Erger worden van spanning of conflict
B
Uit de hand lopen
C
Trapsgewijs verhevigen
D
Verminderen van spanning of conflict

Slide 14 - Quiz

Wat is het belangrijkste om te doen bij een agressieve klant?
A
De aanval is de beste verdediging
B
Wegrennen
C
Rustig blijven
D
Direct politie bellen

Slide 15 - Quiz

Als assistent is het altijd verstandig je ervaren collega of leidinggevende in te schakelen

Slide 16 - Diapositive

MOET een klant nadat jij/je leidinggevende twee keer gevraagd heeft de winkel verlaten?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Heb je de klant twee keer gevraagd jouw zaak te verlaten, maar gaat hij of zij niet weg?
Geef dan aan dat je de politie belt (112) omdat er sprake is van huisvredebreuk.

Slide 18 - Diapositive

Wat zij de taken en werkzaamheden van een assistent verkoop/logistiek?
A
Voorbereiden, opruimen en afronden
B
Voorbereiden, uitvoeren en afronden
C
Voorbereiden, helpen en afronden
D
Assisteren en samenwerken

Slide 19 - Quiz

Welke taak voer je NIET uit als assistent verkoper?
A
Vakken vullen
B
Opruimen en schoonmaken
C
Klanten begroeten
D
Vrachtbrief tekenen

Slide 20 - Quiz

Representatief zijn is betekent letten op je...
A
Lichaam, kleding en gedrag
B
Lichaam, klanten en collega's
C
Houding en gedrag
D
Lichaam, uiterlijk en kleding

Slide 21 - Quiz

Gedrag:
De manier waarop je in de winkel werkt, draagt bij aan je uitstraling.
Het is belangrijk dat je interesse en ...uitstraalt.
A
Zelfvertrouwen
B
Motivatie
C
Passie
D
Veerkracht

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Commerciële houding =
A
Klantvriendelijk zijn en artikelen verkopen
B
Artikelen verkopen en winst maken
C
Klantvriendelijk zijn, artikelen verkopen en winst maken
D
Artikelen verkopen en winst maken

Slide 24 - Quiz

Winkelexterieur is de ....kant van de winkel
A
Binnen
B
Buiten

Slide 25 - Quiz

Wat moet een display doen?
A
Opvallen en de aandacht van de klant trekken
B
Klanten terug laten komen
C
Derving voorkomen
D
Zorgen dat de producten niet omvallen

Slide 26 - Quiz

Displays


Een display moet opvallen en de aandacht trekken van de klant.
 

Waarom een display gebruiken?
  • Klanten laten stoppen.
  • Verkoop van artikelen stimuleren.
  • Sfeer in een winkel creëren.
  • Extra aandacht voor product

Slide 27 - Diapositive

Wat staat er NIET in een schappenplan?
A
Waar artikelen moet staan
B
Op welke hoogte de artikelen moeten staan
C
Hoeveel artikelen in het schap moeten staan
D
Wat de artikelen kosten in het schap

Slide 28 - Quiz