De ruimte - les 3

De ruimte les 3 
Wat is er onder je voeten? 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De ruimte les 3 
Wat is er onder je voeten? 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag gaan we eens goed kijken naar de planeet waar we zelf op wonen.  
De Aarde.
 
de volgende slides krijg je steeds plaatjes en tekst te zien uit het natuur boek. Lees de teksten en bekijk de plaatjes. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de bodem van de aarde?
A
het binnenste deel van de aarde.
B
Het buitenste deel van de aarde.
C
de zeebodem.
D
De kern van de aarde.

Slide 13 - Quiz

Als je op de grond staat, zie je alleen de bovenste laag van de bodem. Welke lagen kom je tegen als je een diep gaat graaft?

Slide 14 - Question ouverte

In de strooisellaag vind je veel bodemdiertjes. Hoe komt dat?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is natuurlijk afval?

Slide 16 - Question ouverte

Waarom groeien er in de woestijn niet zoveel planten?

Slide 17 - Question ouverte

Schuif de foto's naar het juiste soort afval.
natuurlijk afval
Niet-natuurlijk afval

Slide 18 - Question de remorquage

Hoe helpt dit bodemdiertje, de worm, de planten? Sleep de zinnen naar de cijfers toe. De eerste zin is al gegeven. 
1. De worm eet een dood blaadje.


2. 
3
4
5
De worm poept de verteerde restjes uit. Dit is humus
De worm verteert het blaadje in zijn lichaam.
voedingsstoffen uit de humus komen in het grond water.
De planten zuigen het grondwater op met hun wortels. 

Slide 19 - Question de remorquage

opdracht
ontwerp je eigen planeet

Slide 20 - Diapositive

Denk aan:
- Kenmerken: Welke kleur is de planeet? En welke vorm?
- Zwaartekracht: Kan je er zweven of sta je met beide benen op de grond?
- Het weer: Is het er warm of koud? Is het er altijd mooi weer of regent het?
- Leven: Wie of wat leeft er? Dieren, planten, mensen?

Slide 21 - Diapositive

Wat vond je van de les vandaag?
0100

Slide 22 - Sondage