Les 8 Maw H4 Cultuur 2 & Start PO

Programma
  1. Check-in (5 min.)
  2. 1.3 Cultuur 2: opdracht 14 (15 min.)
  3. 5.1 Onderzoeksvaardigheden: uitleg met oefeningen (20 min.)
  4. Check-uit (5 min.)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
  1. Check-in (5 min.)
  2. 1.3 Cultuur 2: opdracht 14 (15 min.)
  3. 5.1 Onderzoeksvaardigheden: uitleg met oefeningen (20 min.)
  4. Check-uit (5 min.)

Slide 1 - Diapositive

1.2 Socialisatie

Slide 2 - Diapositive

1.3 Cultuur 2 en 5.1 Onderzoeksvaardigheden

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan de definitie van het kernconcept ‘cultuur’ geven, herkennen in en toepassen op een bron.
  • Ik kan de 5 cultuurelementen noemen, omschrijven en onderscheiden en herkennen in een bron.
  • Ik kan met behulp van het kernconcept ‘cultuur’ menselijk gedrag, opvattingen of emoties die in een bron beschreven staan verklaren of voorspellen.
  • Ik kan een omschrijving geven van de begrippen ‘materiële cultuur’ en ‘immateriële cultuur’ en kan deze herkennen in, onderscheiden in en toepassen op een bron.
  • Ik kan omschrijven dat ‘cultuur’ relatief en dynamisch is uitleggen en kan dit herkennen in en toepassen op een bron.
  • Ik kan een bron selecteren en analyseren door te kijken naar de betrouwbaarheid, objectiviteit en representativiteit van de bron.
  • Ik kan de begrippen ‘kans’ en ‘wetmatigheid’ omschrijven, onderscheiden + toepassen op een bron.  
  • Ik kan minstens twee kenmerken noemen van kwalitatief en kwantitatief onderzoek noemen.
  • Ik kan de vier verschillende meetinstrumenten benoemen, omschrijven, onderscheiden en herkennen in een bron 







Slide 4 - Diapositive

1.3 Opdracht 14 (10 min.)
Opdracht 14 (blz 18)

Theorie: 1.3 blz 22-24

Geef volledig antwoord 

Slide 5 - Diapositive

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 6 - Diapositive

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 7 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een maatschappelijk verschijnsel?
A
Regen
B
Vulkanen
C
Oorlog
D
Bomen

Slide 8 - Quiz

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 9 - Diapositive

Vergelijk https://www.dagelijksestandaard.nl/ en https://www.destentor.nl/ . Welke vind je het meest objectief en waarom?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Vind je de uitspraken van Trump betrouwbaar? Waarom wel/niet?
Zijn de uitspraken van Trump representatief voor Trump? Waarom wel/niet? (zie blz 80)

Slide 12 - Question ouverte

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 13 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een sociaal-wetenschappelijke vergelijking.

Slide 14 - Question ouverte

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 15 - Diapositive

Bedenk een kwantitatief onderzoek en een kwalitatief onderzoek

Slide 16 - Question ouverte

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan de definitie van het kernconcept ‘cultuur’ geven, herkennen in en toepassen op een bron.
  • Ik kan de 5 cultuurelementen noemen, omschrijven en onderscheiden en herkennen in een bron.
  • Ik kan met behulp van het kernconcept ‘cultuur’ menselijk gedrag, opvattingen of emoties die in een bron beschreven staan verklaren of voorspellen.
  • Ik kan een omschrijving geven van de begrippen ‘materiële cultuur’ en ‘immateriële cultuur’ en kan deze herkennen in, onderscheiden in en toepassen op een bron.
  • Ik kan omschrijven dat ‘cultuur’ relatief en dynamisch is uitleggen en kan dit herkennen in en toepassen op een bron.
  • Ik kan een bron selecteren en analyseren door te kijken naar de betrouwbaarheid, objectiviteit en representativiteit van de bron.
  • Ik kan de begrippen ‘kans’ en ‘wetmatigheid’ omschrijven, onderscheiden + toepassen op een bron.  
  • Ik kan minstens twee kenmerken noemen van kwalitatief en kwantitatief onderzoek noemen.
  • Ik kan de vier verschillende meetinstrumenten benoemen, omschrijven, onderscheiden en herkennen in een bron 







Slide 18 - Diapositive

Zelfstandig werken
Theorie: 1.2 blz 18-19 tot aan 'Primaire...socialisatie'
Nu kun je maken: 
Opdracht 8 1 t/m 5
Opdracht 9 1 t/m 4

Denk aan CCT!
Maak dit af voor de volgende les!

Slide 19 - Diapositive

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?

Slide 20 - Carte mentale