2.4 Blessures

Programma Blessureles
  1. Uitleg + QUIZ over blessures (in LessonUp)
  2. Keuze sport
  3. Tweetallen maken
  4. Opdracht per tweetal (werkblad)
  5. Inloggen en registreren bij CANVA
  6. Huiswerkopdracht (mini onderzoek)

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Programma Blessureles
  1. Uitleg + QUIZ over blessures (in LessonUp)
  2. Keuze sport
  3. Tweetallen maken
  4. Opdracht per tweetal (werkblad)
  5. Inloggen en registreren bij CANVA
  6. Huiswerkopdracht (mini onderzoek)

Slide 1 - Diapositive

BLESSURES - Uitleg met QUIZ

Slide 2 - Diapositive


Een blessure is een beschadiging aan
- botten         
- spieren         
- gewrichten
Blessures

Voorbeelden:


Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 3 - Diapositive

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 
Ontwrichting

Slide 6 - Diapositive

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 
Verstuiking

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Voetbalknie

De noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 
Knieblessure

Slide 10 - Diapositive

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 
Knieblessure

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 13 - Diapositive

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 16 - Diapositive

Voorkomen van blessures
1.  Kleding en beschermende middelen.
2. Intapen.
3. Warming-up
4. Cooling-down

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

Bij welke sport ontstaan de meeste blessures?
A
Fietsen
B
Voetbal
C
Zwemmen

Slide 19 - Quiz

Welke blessure is dit?
De gewrichtsknobbel is uit de gewrichtskom?
A
Voetbalknie
B
Ontwrichting
C
Verstuiking of Verzwikking
D
Botbreuk

Slide 20 - Quiz

Welke blessure is dit?
Een gewrichtsband rekt te ver uit.
A
Voetbalknie
B
Ontwrichting
C
Verstuiking of Verzwikking
D
Botbreuk

Slide 21 - Quiz

Welke blessure
is dit?

A
Voetbalknie
B
Ontwrichting
C
Verstuiking of Verzwikking
D
Botbreuk

Slide 22 - Quiz

Welke spierblessure is dit?
Afvalstoffen blijven achter in de spier.
A
Spierpijn
B
Spierkneuzing
C
Spierkramp
D
Spierscheuring

Slide 23 - Quiz

Welke spierblessure is dit?
Een spier trekt zich plotseling samen.
A
Spierpijn
B
Spierkneuzing
C
Spierkramp
D
Spierscheuring

Slide 24 - Quiz

Welke spierblessure is dit?
Een "zweepslag" in de kuitspier.
A
Spierpijn
B
Spierkneuzing
C
Spierkramp
D
Spierscheuring

Slide 25 - Quiz

Wat is er gescheurd bij een voetbalknie?
A
De knieschijf
B
De knieband
C
De meniscus
D
Er is niks gescheurd bij een voetbalknie

Slide 26 - Quiz

Juist of Onjuist?
Bij een warming up worden afvalstoffen afgevoerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Juist of Onjuist?
Een spierbundel bestaat uit
allemaal spiervezels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Juist of Onjuist?
Als een spier samentrekt wordt hij DIKKER en KORTER
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Welke spier is hier samengetrokken?
A
De biceps
B
De triceps

Slide 30 - Quiz

Welke Sport doe jij?

Slide 31 - Carte mentale

Maak TWEETALLEN per SPORT.
Vul je tweetal hieronder in.

Slide 32 - Question ouverte

Aan de Slag per TWEETAL
  1. Ga als tweetal bij elkaar zitten
  2. Vul samen het werkblad in
  3. Klaar? --> Lever het werkblad in bij mevrouw Dijkhuis
  4. Registreer je bij CANVA
  5. Meenemen van de huiswerkopdracht (mini onderzoek)

Slide 33 - Diapositive