Uitleg 6.4 - bb2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welke beweringen horen bij een parallelschakeling?

1. Spanning = verdeeld
2. Spanning = niet verdeeld
3. Stroomsterkte = verdeeld
4. Stroomsterkte = niet verdeeld

Welke beweringen horen bij een Serieschakeling?

1. Spanning = verdeeld
2. Spanning = niet verdeeld
3. Stroomsterkte = verdeeld
4. Stroomsterkte = niet verdeeld

Wat gaan we doen?

• Nakijken 6.3
• Herhaling 6.3
• Uitleg 6.4
• Quizvragen 6.4
• Huiswerk

Je leert..

- hoe de elektrische installatie in huis werkt.

- hoe je thuis veilig met elektriciteit omgaat.

Nakijken 6.3

Pak blz 80 voor je!

Fout? Verbeteren!

Verbeterd? Begrijpen!

Begrepen? Zo niet, vragen!

-Serieschakeling-
Door lampje 1 gaat een stroomsterkte van 0,8 A.

Hoeveel stroomsterkte gaat er door lampje 2?

1. 0,2 A
2. 0,4 A
3. 0,6 A
4. 0,8 A

-Serieschakeling-
Door lampje 1 en 2 gaat een stroomsterkte van 0,8 A.

Hoeveel is de totale stroomsterkte?

1. 0,2 A
2. 0,4 A
3. 0,6 A
4. 0,8 A

-Serieschakeling-
De Spanningsbron = 4,5 V.

Hoeveel spanning gaat er door lampje 1?

1. 2,25 V
2. 4,5 V
3. 6,75 V
4. 9 V

-Serieschakeling-
Door lampje 1 en 2 gaat een spanning van 2,25 V

Hoeveel is de totale spanning?

1. 2,25 V
2. 4,5 V
3. 6,75 V
4. 9 V

Serie-schakeling

Apparaten/Lampjes:

- niet apart van elkaar aan/uit

- ieder in dezelfde stroomkring

- Spanning = verdeeld

- Stroomsterkte = niet verdeeld

Parallel-schakeling

Apparaten/lampjes:

- wel apart van elkaar aan/uit

- ieder eigen stroomkring

- Spanning = niet verdeeld

- Stroomsterkte = Verdeeld

-parallelschakeling-
De spanningsbron = 4,5 V

Hoeveel spanning gaat er door lampje 1?

1. 2,25 V
2. 4,5 V
3. 6,75 V
4. 9 V

-parallelschakeling-
Door lampje 1 en 2 is de spanning 4,5 V.

Hoeveel is de totale spanning?

1. 2,25 V
2. 4,5 V
3. 6,75 V
4. 9 V

-Parallelschakeling-
Door lampje 1 gaat een stroom van 0,4 A.

Hoeveel Stroomsterkte gaat er door lampje 2?

1. 0,1 A
2. 0,2 A
3. 0,4 A
4. 0,8 A

-parallelschakeling-
Stroomsterkte door lampje 1 en 2 = 0,4 A

Hoeveel is de totale stroomsterkte?

1. 0,1 A
2. 0,2 A
3. 0,4 A
4. 0,8 A

Serie-schakeling

Apparaten/Lampjes:

- niet apart van elkaar aan/uit

- ieder in dezelfde stroomkring

- Spanning = verdeeld

- Stroomsterkte = niet verdeeld

Parallel-schakeling

Apparaten/lampjes:

- wel apart van elkaar aan/uit

- ieder eigen stroomkring

- Spanning = niet verdeeld

- Stroomsterkte = Verdeeld

Voordeel batterijen:

- Geen snoer nodig

- Apparaat kun je overal gebruiken

Nadeel batterijen:

- Energie raakt (snel) op

- Batterijen zijn duur

Batterijen schakelen

Serie schakelen

- Meer batterijen serie = meer spanning

Parallel schakelen

- Meer batterijen parallel = spanning één batterij

Uitleg 6.4

Energiemeter: Meet het energieverbruik

Grootheid = Energieverbruik

Eenheid = kilowattuur (KWh)

Uitleg 6.4

Energieverbruik; Eenheid = kilowattuur (KWh)

Voorbeeld: Boormachine Vermogen = 2400 W (2,4 kW)

Hoe langer je deze boormachine aan hebt,

hoe meer energie je verbruikt!

Uitleg 6.4

Zekering: schakelt de stroom uit bij overbelasting en kortsluiting

Overbelasting: situatie dat er teveel stroomsterkte door een groep gaat

(te veel apparaten aangesloten op dezelfde groep)

Kortsluiting: plus- en minpolen zijn met elkaar verbonden, zonder apparaat.

Wat is de eenheid van Energieverbruik?
Wat komt er achter het getal te staan?

1. kW
2. kWh
3. V
4. A

Een huisinstallatie bestaat uit meerdere groepen.
Waarmee is elke groep beveiligd?

1. overbelasting
2. energiemeter
3. zekeringen
4. kortsluiting

Als er te veel apparaten zijn aangesloten op één groep, dan spreek je over ......

1. kortsluiting
2. overbelasting
3. teveel Stroomsterkte
4. stroomkring

Wat gebeurt er met de lamp als er kortsluiting ontstaat?

1. De lamp gaat branden
2. De lamp gaat uit
3. De lamp gaat kapot
4. Welke lamp?

Huiswerk

B-route: Maken Samenvatting blz 89

 + Opgaven 64 + 65 + 67 t/m 71 + 74 + 76 (blz 90 t/m 96) 

K-route: Maken Samenvatting blz 89 + Opgaven 64 + 65 + 68 + 70 + 71 + 73 + 74 + 76 (blz 90 t/m 96)

Practicum - Schakelingen

Voor de opdrachten uit op het werkblad

Werk samen in tweetallen

Lees de blauwe kaart voor het aansluiten van de meters!