H4 - 4.2 Arbeid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H4.2 Arbeid 

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Laptop

LessonUp: 

JA!

Terugblik paragraaf 1

Wat kun je zeggen over de fietser

1. De fietser versnelt
2. De fietser vertraagt
3. de fietser heeft een constante snelheid.

Bereken de afstand die is afgelegd tijdens het remmen?

Bereken de afstand die bij het vertragen is afgelegd?

Wat is de
gemiddelde
snelheid?

1. 0.33 m/s
2. 1 m/s
3. 1,33 m/s
4. 0.75 m/s

Leg uit wat er met je spierkracht gebeurt als je gaat fietsen.

Op een voorwerp van 3,5 kg werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?

1. 0,34 N
2. 3,4 N
3. 34,3 N
4. 343 N

Leg uit wat er met je spierkracht gebeurt als je tegen een muur aanduwt.

Op een voorwerp van 200 g werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?

1. 0,2 N
2. 2 N
3. 20 N
4. 2000 N

Doel van deze les

ik kan uitleggen wat arbeid is

ik weet wat het verschil is tussen positieve arbeid en negatieve arbeid

ik kan de arbeid uitrekenen. 

Arbeid

Arbeid

een beweging door een kracht over een bepaalde afstand

• spierkracht wordt omgezet in beweging
  
• De kogel krijgt een versnelling
  
• De energie van de kogel neemt toe (positief)
•  Het verplaatsen van een voorwerp met een bepaalde kracht noem je arbeid

(positieve) Arbeid

• Arbeid is  de hoeveelheid energie die je aan een voorwerp geeft door het met een kracht over een afstand te verplaatsen. 
• Energie meet je in Joule (J)

• Geen kracht?  = Geen arbeid.
• Geen verplaatsing?  = Geen arbeid.
• Kracht loodrecht/haaks op verplaatsing? =  Geen arbeid.

Negatieve Arbeid

Tegenwerkende krachten leveren negatieve arbeid.

Wrijvingskracht werkt tegen de 

bewegingsrichting in.

Hier zetten we een min-teken 

voor 

Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte 

positieve en negatieve Arbeid

Bij constante snelheid geldt dus dat positieve arbeid en negatieve arbeid gelijk aan elkaar zijn. 

Stel Honden leveren over een bepaalde afstand een positieve arbeid van 1000J  

Dan is de negatieve  arbeid die over die zelfde afstand wordt geleverd -1000 J. 

Arbeid

Arbeid: de bewegingsenergie die je geeft aan een voorwerp

voorbeeld berekening

voorbeeld berekening arbeid: 

Acht honden trekken een hondenslee voort. iedere hond oefent een kracht van 45 N uit. Bereken de arbeid die 1 hond verricht als hij de slee 12 m voortrekt. 

Gegeven

Gevraagd

Formule

Berekenen

Antwoord

• F per hond = 45 N             s = 12 m 

• arbeid W=? 

•  W = F ^. s

•  W = 45 ^. 12 = 540 J

•  de arbeid van 1 hond is 540 J

oefenvraag

Bij het fietsen beweegt klaas met een constante snelheid. De spierkracht die klaas levert is 600 N. 

Bereken de arbeid die klaas verricht als hij 1500 m fietst 

voorbeeld berekening

Uitwerking oefenopdracht : 

Bij het fietsen beweegt klaas met een constante snelheid. De spierkracht die jonas levert is 600 N. 

a. Bereken de arbeid die klaas verricht als hij 1500 m fietst 

Gegeven

Gevraagd

Formule

Berekenen

Antwoord

• Fspier = 600 N             s = 1500 m 

• arbeid W=? 

•  W = F ^. s

•  W = 600  ^. 1500 = 900000 J = 900 kJ

•  de verrichtte arbeid is 900 kJ

maken opdrachten §4.2 

Heb je het allemaal begrepen ?

Bereken de arbeid

Wat is de eenheid van Arbeid

1. N
2. Nm
3. J
4. W

Je duwt met een kracht van 40N een zware tas 70cm over een tafel. Hoeveel arbeid heb je geleverd?

Negatieve arbeid...

1. bestaat niet
2. is hetzelfde als energieverlies
3. ontstaat als afgelegde weg en kracht niet constant zijn
4. ontstaat als afgelegde weg en kracht tegengesteld gericht zijn

De arbeid is ...

1. ... positief
2. ... nul
3. ... negatief