Thema 5: Les 1 & 2

• Spelling
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Even opfrissen

Bij verkleinwoorden als autootje schrijf je de lange klank met twee klinkers.

Auto -> Autootje

Paraplu -> Parapluutje

Oma ->

La ->

Tegenstellingenrijm

Hard en dag

Neef en donker

Lesdoel

Ik kan woorden met 'cht' en 'ch' correct schrijven.

Woorden met 'cht'

Nacht

Regel 1

Je hoort gt met een g, je schrijft cht met een ch.

Dit geldt voor woorden met een korte klank:

Acht, echt, icht, ocht, ucht

Geldt niet voor samengestelde woorden: Rugtas, slagtand

Kan je voorbeelden bedenken?

Regel 2

Lach

Je hoort een g, je schrijft meestal ook een g.

Woorden die je schrijft met ch

Ach

Glimlachen

Belachelijk

Kachel

Ech

Pechvogel

Techniek

Echo

Ich

Zichzelf

Lichaam

Lichamelijk

Woorden die je schrijft met ch

Uch

Kuchen

Kuchje

Och

Joch

Jochie

Parochie

Ui

Juichen

Gejuich

Oo

Goochelaar

Goochelen

Woorddictee

1. Luister goed naar de meester.

2. Denk goed na hoe je het woord schrijft.

3. Schrijf het woord op.

4. Controleer of je het goed geschreven hebt.

Woorddictee

1. Gezichten

2. Belachelijk

3. Onzichtbaar

4. Laatje

5. Omaatje

6. Autootje

7. Parapluutje

8. Reusachtige

Morgen zelfstandig les 2

Heb je alles goed? Begin bij opdracht 2.

Eén of meer fout? Begin bij opdracht 1.